De publicatie van Parooljournalisten B. Middelburg en P. Vugts, die sinds vorige week dinsdag in de boekwinkels ligt, bevat de geheime gesprekken die de vermoorde vastgoedmagnaat Willem Endstra voerde met rechercheurs van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) van de Amsterdamse politie. Deze Endstra-tapes vormen belangrijk bewijsmateriaal in de zaak tegen Willem Holleeder.De zonen van Endstra poogden via een rechtszaak tegen de journalisten en uitgeverij Nieuw Amsterdam het boek uit de handel te halen. De familie zei bang te zijn voor represailles, omdat de publicatie gedetailleerde gegevens bevat over getuigen. Die zouden wel eens verhaal kunnen gaan halen bij de familie.

Volgens de rechtbank is de kans op represailles niet groter geworden door het boek. „De zonen worden niet in het boek vermeld.” Ook speelde mee dat delen van de Endstra-tapes al eerder zijn gepubliceerd. De belangen van de uitgever en de journalisten dienen zwaarder te wegen dan die van de familie, meent de rechter.

„De gesprekken die Endstra heeft gevoerd en de samenhang daarmee met de strafzaak tegen Willem Holleeder staat in het centrum van de maatschappelijke belangstelling. Voorts geven de gesprekken inzicht in de wijze waarop de CIE met Endstra is omgegaan.”

De advocaat van de zonen van Endstra had betoogd dat de twee journalisten en de uitgeverij „enkel en alleen uit commercieel belang en sensatiezucht” de gesprekken openbaar maakten. Dat maakt het eerdere oordeel over het maatschappelijk belang niet anders, aldus de rechtbank. „Uitgeverijen en journalisten dienen, om hun werk te kunnen doen, nu eenmaal inkomsten te verwerven.”