Happy slapping
Een man zit op een bankje in het park. Hij kijkt voor zich uit. Plotseling krijgt hij een hevige dreun op zijn hoofd. Hij krimpt ineen, maakt afwerende gebaren en kijkt met angstige ogen om zich heen. Intussen filmt een jongen met zijn mobieltje het incident. Zijn vriend die de dreun gaf, maakt zich uit de voeten. Even verder bekijken ze samen de opname. Wat een prachtige beelden! Een paar uur later wordt het filmpje op een website op internet geplaatst. Iedereen kan ’genieten’ van de heftige reactie van het slachtoffer.
Deze nieuwe vorm van vermaak. wordt ”happy slapping” genoemd. ”Lekker slaan”, wil dat vrij vertaald zeggen. Via internet is een gebeurtenis in een stil park ineens wereldwijd te zien.Er zijn andere voorbeelden van beelden die op internet zijn geplaatst. Ze kunnen voor de afgebeelde mensen zeer beschadigend zijn. Wat te denken van een vechtpartij tussen enkele meisjes op een middelbare school in Maarssen? Ze werden door omstanders aangemoedigd om feller en harder te vechten. Ook van deze gebeurtenis werden opnames gemaakt. De beelden waren binnen korte tijd op internet te zien. Het incident haalde de landelijke pers.
Waarom doen mensen, en met name jongeren, dit? Er is al veel over gedacht, gesproken en geschreven. Het heeft veel te maken met vluchtigheid en oppervlakkigheid. Die twee begrippen horen bij de digitale wereld waarin veel van onze jongeren een behoorlijk deel van hun leven verkeren. Velen van hen zijn de hele dag online. Ze zijn op de computer bezig met een werkstuk voor de school. Tegelijkertijd zien ze berichtjes binnenkomen, ze zien wie van hun vrienden online is en wat diegenen doen, ze reageren op een binnenkomende boodschap of vraag enzovoort. Tegelijkertijd werken ze aan hun schoolopdracht. Staat het contact met iemand hun niet langer aan, dan wordt het verbroken. Daar komt geen hartzeer aan te pas, het hoort bij het digitale sociale verkeer. Dat gaat zonder emoties. Je sluit gewoon iemand voor verdere contacten af.
Niet nagedacht
Opmerkelijk is dat de jongelui die de hierboven genoemde beelden verspreidden, zich niet realiseerden wat ze aanrichtten. Ze overzagen de reikwijdte van hun daad niet.
Uit contacten met jongeren, ook van reformatorische scholen, komt dit gebrek aan inzicht regelmatig naar voren. Als na incidenten die te maken hebben met het beschadigen en beledigen van medeleerlingen of medewerkers doorgevraagd wordt naar het waarom, dan worden nogal eens onthutsende antwoorden gegeven. Onthutsend in de zin van: „Ik dacht er helemaal niet bij na”, of „Ik bedoelde niet te beledigen, maar nu u het zegt, kan ik het wel begrijpen. Ja, inderdaad, dat was niet slim van me.” Uit dergelijke reacties blijkt dat die jongelui de gevolgen van hun daden niet overzagen.
Het leren overzien van de gevolgen van je daden is juist een belangrijk doel van de opvoeding. Dit heeft alles te maken met verantwoordelijkheid. Bij verantwoordelijkheid horen waarden en normen. In het gezin, de kerk en de school worden die zo veel mogelijk nageleefd. Iedereen kent ze, ze horen er gewoon bij. Daarbij is de opvoeder betrokken, in de persoon van vader, moeder, docent, conciërge, ambtsdrager en anderen.
Internet is echter een terrein waarop je je kunt uiten zonder gehinderd te worden door waarden en normen. Het is een gebied dat zich onttrekt aan de sociale controle in de brede zin van het woord en veelal ook aan de sturende en corrigerende invloed van de directe opvoeders. Je kunt op internet -tot op zekere hoogte- doen en laten wat je wilt.
Bovendien heeft internet iets relativerends. Er is zo onvoorstelbaar veel informatie op te vinden dat je aan dat ene zinnetje, dat ene verhaal, die foto of dat filmpje niet al te veel waarde moet hechten. Er zijn wel ergere dingen te lezen en te zien.
Twee werelden
Uit het bovenstaande blijkt dat jongeren in dat opzicht als het ware in twee werelden leven. Aan de ene kant de echte wereld van de sociale contacten in het gezin, de school, de kerk, de vereniging, de buurt en het baantje op woensdagavond en zaterdag. Daarnaast is er de digitale wereld van internet, van mobieltjes -met veel meer functies dan alleen maar telefoneren- en van chatboxen: die andere wereld is niet meer uit hun leven weg te denken.
Een belangrijke vraag is of en in hoeverre de digitale wereld invloed uitoefent op de echte leefwereld. Ik denk dat de vraag óf die invloed er is, niet meer gesteld hoeft te worden. Die is er. Dat merk je aan de reacties van jongeren.
Het gaat daarbij om de scheidslijnen tussen beide werelden. Die grenzen zijn er, maar functioneren ze? Sterker nog: worden ze als grenzen ervaren?
Internet is niet meer weg te denken uit de samenleving. Het is een deel van onze dagelijkse leefwereld. Onze jongeren groeien ermee op. Om die reden is het van groot belang dat ze bij volwassenen zien hoe je daar op een verantwoorde wijze mee om moet gaan.
Tevens is het noodzakelijk dat we ons bewust zijn van het bestaan van die twee werelden - genormeerd en met opvoeders versus normloos zonder tussenkomst van opvoeders. Het gezin, de school en de kerk zullen gezamenlijk aandacht aan dit wezenlijke probleem moeten (blijven) besteden.
De auteur is voorzitter van de centrale directie van het Van Lodensteincollege.