Hulpverlening Suriname verloopt traag
PARAMARIBO - De hulp voor het door overstromingen getroffen gebied in Suriname komt maar heel langzaam van de grond. Zowel de Surinaamse overheid als lokale hulporganisaties zijn vijf dagen na het nieuws over de buiten hun oevers tredende rivieren voornamelijk bezig met het in kaart brengen van de noodzakelijke behoeftes van de bevolking.
Concrete maatregelen zijn nog op één hand te tellen.Aan de oproep van de Surinaamse president Venetiaan tot onderlinge solidariteit lijkt de bevolking wel gehoor te geven. De grote staatsbedrijven hebben gezamenlijk 1 miljoen Amerikaanse dollars opgehoest en op scholen zamelen de leerlingen geld in voor het rampgebied. Alleen de bestemming van het geld is nog onduidelijk. Behalve enkele particuliere initiatieven zijn er nog geen constructieve maatregelen genomen. De bijna 900 voedselpakketten die lokale hulporganisaties donderdag naar het gebied hebben gebracht, zijn de positieve uitzondering.
Niet alleen het moeilijk toegankelijke tropische regenwoud, maar ook de woekerprijzen die worden gevraagd voor transport naar het overstromingsgebied maken de hulpverlening er niet makkelijker op. Het bedrijf dat veertig helikoptervluchten van 1250 euro per keer wil financieren bedoelt het goed, maar met slechts één beschikbare helikopter in het land is het moeilijk helpen.
Het Surinaamse rampenteam heeft daarom donderdag om helikopters gevraagd om vanuit buurland Frans-Guyana een luchtbrug te kunnen openen. Als het verzoek wordt ingewilligd, is het de bedoeling om vooral noodhulp te vervoeren naar de door wateroverlast getroffen gebieden van Suriname.
In de hoofdplaats van het Surinaamse district Brokopondo kunnen een paar honderd evacués worden opgevangen, meldde districtscommandant H. Pinas van Brokopondo. Een opvangkamp is er niet. In het rampgebied langs de bovenloop van de Surinamerivier is vooral behoefte aan brandstof. Met die brandstof kunnen de boten met voedsel en hulpgoederen naar de getroffen gemeenschappen varen.
Hervatting van onderwijs krijgt voorrang in het gebied, waar ook de scholen zijn ondergelopen. Meubilair en lesmateriaal gingen veelal verloren. De zeventien scholen van Unicef langs de Boven-Surinamerivier staan alle onder water. Bij de rivier de Tapanahony heeft ongeveer de helft te maken met wateroverlast, aldus een woordvoerder van Unicef Nederland.
Het dodental als gevolg van de watersnood in Suriname is nog onduidelijk. Eerder werd gemeld dat er zeker drie kinderen om het leven zouden zijn gekomen door de overstromingen langs de Marowijnerivier. Donderdag meldden de autoriteiten in Paramaribo dat er tot dusver waarschijnlijk één dode is, een meisje van twee jaar.