De Britse veiligheidsdiensten waren volgens de parlementaire onderzoekscommissie slecht in staat de aanslagen te voorkomen, omdat ze onvoldoende middelen hadden. Twee van de vier daders waren van tevoren wel bekend bij de inlichtingendiensten. Er was tegen hen echter geen actie ondernomen, „omdat er dringender zaken waren".Van Mohammed Sadique Khan en Shehzad Tanweer was bekend dat ze naar Pakistan waren gereisd, aldus het rapport. „Er is nog niet vastgesteld wie ze hebben ontmoet in Pakistan, maar het wordt als waarschijnlijk gezien dat ze contact hebben gehad met Al Qaida–figuren". Verhalen over een ’vijfde dader’ die de aanslagen zou hebben georganiseerd en vervolgens naar het buitenland zou zijn gevlucht, worden naar het rijk der fabelen verwezen.

De conclusie dat er contacten bestonden tussen de plegers van de aanslagen in Londen en Al Qaida staat haaks op bevindingen in een rapport van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De terreurdaden waren het werk van amateurs en een directe relatie met het terreurnetwerk Al Qaida is er niet, bleek begin april uit een uitgelekte voorlopige versie van dat onderzoek.

Bij de aanslagen was sprake van een „simpel en goedkoop" complot van de vier aanslagplegers, die handelden uit woede over het Britse optreden in onder meer Irak. Ook droomden de mannen van het martelaarschap.