Nieuwe kerndoelen basisonderwijs winst
De nieuwe kerndoelen voor het basisonderwijs die minister Van der Hoeven onlangs presenteerde, betekenen winst. Dankzij de minder gedetailleerde omschrijving dan voorheen krijgt het reformatorisch onderwijs meer ruimte om een eigen invulling te geven aan de kerndoelen, stelt het Ds. G. H. Kerstenonderwijscentrum.
In 1993 werden voor het eerst kerndoelen voor het basisonderwijs van kracht. In kerndoelen wordt beschreven welke leerstof de school in elk geval moet behandelen. Sommigen vroegen zich af of dat gezien de vrijheid van onderwijs zomaar opgelegd kon worden aan het bijzonder onderwijs. Met verwijzing naar de exameneisen in het voortgezet onderwijs meende men evenwel dit protest te kunnen weerleggen.Toen in 1998 de kerndoelen voor het eerst werden herzien, waren er nog meer redenen om je af te vragen of de overheid wel recht deed aan het in de Grondwet neergelegde beginsel van vrijheid van onderwijs. De kerndoelen werden namelijk uitgebreid met leergebiedoverstijgende kerndoelen. Dit type doelen beschrijft niet zozeer de kennis die een leerling zich eigen dient te maken, als wel de attitude, de houding, van de leerling. Zo schrijft het kerndoel over zelfbeeld onder meer voor dat de leerlingen geleerd moet worden voor zichzelf op te kunnen en te durven komen. Hun moet dus geleerd worden assertief te zijn. Een dergelijk doel houdt direct verband met de visie die de school op opvoeding heeft en dat heeft alles te maken met identiteit. Zonder dat er noemenswaardig protest rees, deden de herziene kerndoelen echter hun intrede.
Latent probleem
In de praktijk roepen de kerndoelen op een paar onderdelen een spanningsveld op. Zo schrijven de kerndoelen over natuuronderwijs voor dat er aandacht besteed dient te worden aan de voortplanting van de mens. Er zullen, met name in het reformatorisch basisonderwijs, scholen zijn die hier meer naar de geest dan naar de letter van dit kerndoel handelen.
Een groter probleem vormen de kerndoelen over spel en bevordering van het taalgebruik. Ze schrijven voor dat de basisschool de leerlingen oefent in het gebruik van dans, toneel en drama. Voor het reformatorisch onderwijs is dat een eis die strijdt met de grondslag. Er is hier in het verleden op het niveau van de inspectie overleg over gevoerd, wat evenwel niet tot een oplossing geleid heeft. De wet kent weliswaar de mogelijkheid van ontheffing, maar eist dan substitutie. Er moet dus wel aan de geest van de bepaling voldaan worden. Het moge duidelijk zijn dat dit voor dans, drama en toneel in het reformatorisch onderwijs onmogelijk is.
In de praktijk is tot op heden nauwelijks gecontroleerd of een school aan alle kerndoelen voldoet. De onderwijsinspectie schenkt alleen maar aandacht aan de invulling van de kerndoelen op het gebied van taal en rekenen. Dat er echter bij striktere controle een latent probleem ligt, is duidelijk.
Meer vrijheid
Inmiddels krijgen we te maken met een tweede herziening. Onlangs maakte onderwijsminister Verhoeven bekend dat met ingang van 1 augustus 2006 nieuwe kerndoelen van kracht worden. Vergeleken met de nu nog van kracht zijnde kerndoelen omschrijven de nieuwe veel minder nauwkeurig welke leerstof de basisschool dient aan te bieden. Alleen voor de vakken taal en rekenen geldt dit niet. „De kerndoelen zijn precies waar het moet en ruim waar het kan”, aldus een woordvoerster van de minister.
Bovendien is het aantal kerndoelen fors verminderd. De minister is hiertoe overgegaan omdat ze van mening is dat de huidige kerndoelen onvoldoende ruimte bieden om recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. Het past ook in het nieuwe beleid om de scholen meer vrijheid te geven.
Dankzij de minder gedetailleerde omschrijving dan voorheen krijgen we in het reformatorisch onderwijs meer ruimte om een eigen invulling te geven aan de kerndoelen op basis van onze levensbeschouwing. De naar staatspedagogiek riekende leergebiedoverstijgende kerndoelen zijn gelukkig verdwenen. Dat alles is winst. Het is echter onduidelijk of het hierboven gesignaleerde probleem met dans, toneel en drama uit de wereld is. In kerndoel 54 wordt voorgeschreven dat de leerlingen „leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.”
„We gaan voor maatwerk”, zo zei de minister bij de presentatie van de nieuwe kerndoelen. Als ze daaraan gehouden mag worden, moet het mogelijk zijn dat het reformatorisch basisonderwijs een verantwoorde invulling kan geven aan kerndoel 54.
Internet
Dat de inhoud van kerndoelen niet losstaat van de maatschappelijke ontwikkelingen is onder meer terug te zien in kerndoel 4 en 6, waarin voorgeschreven wordt dat de leerlingen leren informatie te achterhalen in digitale bronnen. Ongetwijfeld wordt hier gedoeld op het gebruik van internet. Gelukkig is de formulering zodanig dat de scholen die in overeenstemming met het standpunt van de kerkelijke gemeenschap waarvoor zij functioneren de leerlingen geen toegang geven tot internet, hiervoor uit kunnen wijken naar een alternatief om deze vaardigheid aan te leren.
Het Ds. G. H. Kerstenonderwijscentrum te Veenendaal is werkzaam als onderwijsbegeleidingsdienst.