„Tekenen der tijden niet in schema weer te geven”
GOUDA - „Het is onmogelijk op grond van de Bijbel een tijdbalk te ontwerpen van de tekenen der tijden en aan te geven hoever we in onze tijd nog af zijn van de wederkomst”, vindt prof. dr. A. Baars.
De hoogleraar ambtelijke vakken aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) sprak zaterdag tijdens een tweedaagse lustrumconferentie van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi, die twintig jaar bestaat. Het thema van de conferentie in Gouda was: ”Dromen dromen en gezichten zien. Over profetie en toekomstverwachting”.De christelijke gereformeerde hoogleraar sprak over het laatste der dagen. Hij somde de elf tekenen der tijden op die in de Bijbel genoemd worden. Ze zijn vooral ontleend aan Markus 13, Matthéüs 24, Lukas 21 en 2 Timótheüs 3. Deze tekenen zijn valse messiassen en valse profeten, ongerechtigheid en wetteloosheid, oorlogen en geruchten van oorlogen, aardbevingen en tekenen aan de hemellichamen, ziekten en hongersnoden, vervolging van christenen, schijngeloof en geloofsafval, grote benauwdheid voor gelovigen, bijstand van de Heilige Geest, volharding in het geloof en ten slotte de verkondiging van het Evangelie over de hele wereld.
Katholieke theologen uit de middeleeuwen, aldus prof. Baars, hadden vijftien tekenen vastgesteld, die zij in drie groepen indeelden. Ze onderscheidden tekenen die tamelijk ver van de wederkomst verwijderd zijn, nabije tekenen en zeer nabije tekenen. Orthodox-protestantse theologen, die in hun spoor verdergingen, voegden hier een vierde categorie aan toe: de meest nabije tekenen.
Prof. Baars zei dat het doel van de tekenen der tijden niet is om te zien hoever de wereldgeschiedenis is op weg naar het einde. Het is volgens hem ongeoorloofd het einde der tijden te berekenen of de tijd die voorafgaat aan de wederkomst in periodes in te delen. „De tekenen moeten ons oog richten op Christus. Ze vragen om een geestelijke, gelovige houding. De tekenen die aan Christus’ tweede komst voorafgaan, kunnen onopgemerkt blijven of volstrekt verkeerd worden verstaan. Dat gebeurt als we ze niet op een gelovige en geestelijke manier verstaan.”
Bij de meeste tekenen die aan de wederkomst voorafgaan, gaat het volgens de Apeldoornse hoogleraar om dingen die betrekkelijk gewoon zijn, zoals oorlogen, vervolgingen en epidemieën. „Voor het ware geloof is iedere aardbeving, iedere oorlog, iedere epidemie een teken: de Heere komt! Ze vragen om een geestelijke houding, namelijk om een gelovig waken en verwachten.”
Veel van de genoemde tekenen zijn aanvankelijk weinig opzienbarend, maar ze nemen vervolgens in kracht, omvang en ernst toe, aldus prof. Baars. „Oorlogsgeweld, de frequentie en ernst van hongersnoden nemen toe. Alles stuwt naar het einde. De meeste tekenen kenmerken zich door donkere klanken en kleuren.
Toch is er daarnaast ook een lichtend spoor van tekenen. Gelovigen zullen door de kracht van de Heilige Geest getuigen te midden van alle verschrikkingen. Zij zullen volharden tot het einde der tijden en het Evangelie zal gepredikt worden tot aan de einden der aarde.”
Prof. Baars waarschuwde tegen de listige strategieën van de satan, die voor het einde van de tijd zo veel mogelijk macht wil krijgen. „De duivel is uit op wetteloosheid. De wereldgelijkvormigheid gaat de gereformeerde gezindte niet voorbij. De duivel streeft naar geestelijke verwarring, zodat de mensen innerlijk gespleten worden en de kerk krachteloos wordt.”
Tijdens de bespreking van het referaat ging hij in op een derde doel van de duivel, namelijk het verspreiden van valse religie. Kennis van de leer is erg belangrijk, benadrukte hij. „We zijn in onze tijd bang geworden om dwalingen van de kerk aan te wijzen. Er is behoefte aan theologen die vanuit de Schrift de valse leer kunnen duiden. Velen die oprecht de Heere zoeken, raken tegenwoordig in de war.”
De hoogleraar waarschuwde met name tegen het gevaar van sluipende afval en het gevaar van weelde, dat de gereformeerde gezindte niet voorbijgaat. „Dit gevaar, waartegen de Heere Jezus sterk waarschuwt, wordt te weinig onder ogen gezien.”
Tegelijkertijd ziet hij bij sommige jonge mensen tekenen van geloof. „Laten we hopen dat het werk van de Heilige Geest in hen duidelijk zal worden.”