Herdenkingen en herinneringen
Vandaag herdenkt Nederland de doden die vielen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Een boekje dat mij als kind diep raakte, was ”waarom de tram stil stond”. Schrijver W. G van de Hulst jr. wilde met dit verhaal in die treffende paarsblauwe omslag kinderen de oorlog en de bevrijding op hun niveau toelichten.
Jaren later had een ander boek mij in een houdgreep. Het heet ”Tralievader” en is van de hand van Carl Friedman. „Mijn man heeft kamp”, zegt de moeder tegen de verpleegkundige. „Concentratiekamp. Vandaar die angstdromen.” In het gezin van die moeder duurde de Tweede Wereldoorlog eindeloos voort omdat de vader almaar moest praten over zijn kampervaringen.Onlangs zag ik in Argentinië hoe dat land omgaat met het verleden. Ik kwam Buenos Aires binnenrijden op vrijdagavond 24 maart, de dag waarop werd herdacht dat de militairen dertig jaar geleden via een putsch aan de macht kwamen. Duizenden met spandoeken gewapende mensen blokkeerden de straten. Velen stonden stil voor het flatgebouw waar oud-dictator Jorge Videla onder huisarrest staat. Ze eisten dat de voormalige juntaleider, al is hij bejaard, de cel indraait. De Argentijnse opgewondenheid deed heel anders aan dan de ingetogen kranslegging op De Dam.
De dictatuur heeft enorme bressen geslagen in de psyche van de Argentijnen. Onuitwisbaar is de herinnering aan 1976-1983. Dat komt mede doordat er sprake was van een burgeroorlog, dus van Argentijnen tegen Argentijnen. Verder werd het landsbestuur na 1983 niet grondig gezuiverd van medeplichtigen. Toch lijkt er na jaren van verkrampt zwijgen een kentering op te treden. Sinds archieven en boeken opengingen en overlevenden spreken, herschrijft Argentinië zijn geschiedenis. President Kirchner gaf twee jaar geleden het startsein om bepaalde amnestiewetten terug te schroeven. Het was met een groots gebaar dat hij de marinekazerne Esma, destijds een van de geheime detentiecentra van het wrede militaire bewind, tot monument van herinnering verklaarde.
Toch blijft herinneren -opnieuw te binnen brengen, in het geheugen terugroepen- niet eenvoudig. Het is niet iets wat op bevel kan gebeuren. Ook gaat het er niet om dat we iets wat we van binnen dragen simpelweg naar buiten brengen. Herinneren op zich biedt geen antwoord op iets, maar is juist een moeizaam proces waarin mensen zich nieuwe en veelal heel pijnlijke vragen stellen. Dat vraagt tijd.
Je hebt slachtoffers en daders, helden en verraders. Niets is absoluut. Als een van de eerste voorbeelden van de nuance kan de historicus Ernst Kossman worden beschouwd. Hij introduceerde het begrip accommodatie als overgang tussen verzet en collaboratie. Ook in Argentinië schikten mensen zich naar de eigen bezetter. Hoe daar mee om te gaan? Kort gezegd: tussen goed en fout hangt een palet van vele grijze tinten.
Herinneren blijft moeilijk en heeft vele gezichten. Misschien is de herinnering wel een soort echoput. Wie haar aanroept, krijgt zijn eigen herinnering als antwoord terug. Argentijnen hebben geen eenduidige collectieve herinnering. Ongetwijfeld moeten zij zich op de dag van de coup voor de geest halen dat een groot deel van de bevolking blij was dat het leger ingreep. Want chaos en geweld heerste er al door het wanbeleid van president Juan Peron en later van zijn tweede vrouw en weduwe Isabel.
Existentieel herinneren heeft te maken met begrijpen en nooit kunnen begrijpen. Tijdens de berechting van de in Argentinië ontvoerde Adolf Eichmann boden allerlei mensen zich aan om hem te doden. „Nu hij weerloos is, nu je hem inderdaad onder de punt van je oude slof zou kunnen vermorzelen. Een heel leger vrijwilligers. Waar zaten die helden toen wij ze nodig hadden? Ik begrijp er minder van dan ooit”, verzucht de kampvader in het Tralieboek.