Binnenland

Dodenherdenking passé voor Duitse Nederlanders

DUSSELDORF - Aan de herdenking van de gevallenen tijdens de Tweede Wereldoorlog doen ze veelal niet meer, de Nederlanders die in het land van de vroegere bezetter wonen. Op 4 mei slaat de klok ’s avonds acht keer zonder dat het stil wordt. Alleen op en rond consulaten lijkt er meer belangstelling te zijn voor de dodenherdenking.

Jacob Hoekman
4 May 2006 11:48Gewijzigd op 14 November 2020 03:43

Al zo’n 25 jaar woont kalverhouder Kranenburg in het Duitse Bocholt-Barlo, niet ver van de grens bij Winterswijk. „Maar aan dodenherdenking doen we hier niet. Koninginnedag hebben we ook niet, hier is iedereen vrij op 1 mei, de Dag van de Arbeid. Dáár wordt wel veel aan gedaan.” De meeste Nederlanders in de grensstreek doen weinig aan dodenherdenking. Kranenburg: „Alleen al rond Kleef zitten er 22.000, maar vaak zijn die helemaal geïntegreerd en hebben ze alleen nog maar een Nederlands paspoort op zak. Ze spreken het dialect van hier en hebben niet de behoefte om mee te doen met de Nederlandse dodenherdenking.”Datzelfde beeld schetst H. Looijen, die in Mülheim in het Ruhrgebied woont. Zij en haar vorig jaar overleden man waren de leidende figuren van een plaatselijke Nederlandse vereniging. „Maar de belangstelling is nu toch een stuk teruggelopen, hoor”, zegt Looijen (77). „Mijn man bezocht vroeger altijd het erekerkhof in Düsseldorf, maar de tijden dat er georganiseerd werd stilgestaan bij dodenherdenking, zijn eigenlijk voorbij. De oorlog is ook al zo lang geleden; 4 mei gaat voor mij voorbij zoals een willekeurige andere dag.”

Waar nog wel activiteiten worden ontplooid, zijn de Nederlandse consulaten in de grote steden, zoals in Frankfurt. Het consulaat daar houdt jaarlijks een dodenherdenking op de Nederlandse begraafplaats, waar 758 Nederlandse gevallenen liggen begraven uit de Tweede Wereldoorlog. De slachtoffers, militairen en burgers, zijn afkomstig uit heel Zuid-Duitsland en zijn in 1956 door de Nederlandse Oorlogsgraven Stichting overgebracht naar Frankfurt. De stichting draagt sinds die tijd ook zorg voor de graven.

Hetzelfde geldt voor Düsseldorf, waar eveneens een Nederlandse begraafplaats is met honderden militaire en burgerslachtoffers. Donderdagmiddag legt consul P. Matthieu daar een krans. Het aantal belangstellenden voor die plechtigheid neemt nog ieder jaar toe, zegt Matthieu. „We zijn begonnen met zo’n 25 aanwezigen, maar voor vandaag zijn er 89 aanmeldingen. Ik denk dat die toename te maken heeft met het feit dat mensen toch steeds makkelijker over de oorlog spreken. Kinderen en kleinkinderen worden daardoor met hun geschiedenis geconfronteerd en krijgen daar belangstelling voor.”

Bij de herdenking zijn ook Duitse vertegenwoordigers aanwezig, onder wie de burgemeester. Overigens komt het merendeel van de aanwezigen uit Nederland, schat de consul in. „Uit Arnhem, maar ook uit Amsterdam. Vaak ligt er hier iemand uit de familie begraven. Dit jaar was ik bij toeval op inspectie bij de begraafplaats. Ik trof daar een meneer en een mevrouw die hier na zestig jaar zoeken de plaats hebben gevonden waar hun broer ligt begraven. Zulke dingen gebeuren nog steeds.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer