Stenengooier hoort celstraf eisen
ARNHEM - De 19-jarige A. G., die op 29 augustus vorig jaar in Ede een baksteen in de richting van een rijdende trein gooide, heeft dinsdag voor de Arnhemse rechtbank een celstraf van een jaar, waarvan negen maanden voorwaardelijk, tegen zich horen eisen wegens poging tot doodslag.
De steen vloog door de ruit van de trein, waarna rondvliegend glas een meisje raakte dat bij haar moeder op schoot zat. Het slachtoffertje hield er een snee boven haar oog aan over.De 19-jarige G., die voorheen in Bennekom woonde, was op de bewuste avond met drie vrienden aan het blowen bij een Edese school. Naar eigen zeggen was hij een beetje aan het rommelen met stenen die bij de school lagen. G. verklaarde tijdens de zitting dat hij de bewuste baksteen eigenlijk „achteloos” in de richting van het spoor had gegooid. Bovendien had hij geen trein zien aankomen omdat het zicht volgens G. werd ontnomen door een heg. „Ik geef toe dat ik af en toe impulsief kan handelen, maar ik had natuurlijk beter moeten nadenken voordat ik de steen gooide”, zo zei G., die momenteel in Zwolle woont.
Uit verklaringen van vrienden ten tijde van het incident aanwezig waren, blijkt echter volgens het openbaar ministerie dat G. de baksteen wel degelijk doelbewust en met kracht naar de trein gooide. „De verdachte wist dat er een kans bestond dat iemand daarbij om het leven zou kunnen komen dan wel gewond zou kunnen raken”, zo zei de openbaar aanklager tijdens de zitting. Hij eiste een forse voorwaardelijke celstraf met daarbovenop een werkstraf, mede als signaal naar de samenleving. „Meneer komt nog redelijk goed weg op deze manier”, aldus de officier van justitie.
De advocaat van de verdachte pleitte voor een aanzienlijk lagere straf. Hij meende dat zijn cliënt de baksteen zonder doel had weggegooid en in ieder geval niet de bedoeling had iemand te raken. Bovendien vond hij de processen-verbaal van de politie en de verklaringen van de vrienden van zijn cliënt onbetrouwbaar.
Uitspraak over twee weken.