Hij heeft in opdracht van Kamerlid Nawijn naar de zaak gekeken. Nawijn wil daarom dat er een nieuw opsporingsonderzoek komt naar de moord op Vaatstra.Het Kamerlid heeft minister Donner van Justitie zondag in schriftelijke Kamervragen onder meer gevraagd of hij alsnog opdracht wil geven voor een groot DNA-onderzoek. Akerboom geeft aan dat dit soort misdrijven, verkrachting en moord die zo goed blijken te zijn voorbereid, bijna altijd omgevingsgebonden zijn. „Dat het Openbaar Ministerie dit heeft tegengehouden, is een gigantisch gemiste kans geweest”, meent Akerboom.

De onderzoeker vindt dat er ook nog een aantal andere open einden in het onderzoek bestaan. Volgens hem hebben bijvoorbeeld drie politiemensen geweigerd mee te werken aan DNA-onderzoek. Ook is er in de ogen van Akerboom „gebrekkig onderzoek gedaan” naar sporen bij de handen van Marianne. Die zijn volgens hem niet voldoende uitgerechercheerd. Waarschijnlijk gaat het om sporen van handboeien.

Ook met de vondst van zeer zeldzame bandensporen van een fiets is te weinig gedaan. De tweewieler met dit profiel stond zelfs bij het politiebureau.

Akerboom sprak voor zijn onderzoek met dertien politiemensen van de politie Friesland die zich hebben beziggehouden met het onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra. Uit hun betogen stelt Akerboom de open einden vast. Dat daarop niet verder is gerechercheerd heeft bij menig betrokken rechercheur zelf ook tot grote frustratie geleid. Akerboom: „Ze zeiden dat ze zich dan waarschijnlijk ook op andere doelgroepen daders hadden kunnen richten. Nu werd alleen gekeken naar bekende zedendelinquenten en tbs-ers”.

Het is zondag precies zeven jaar geleden dat Marianne Vaatstra in het Friese Zwaagwesteinde werd vermoord. Ze bleek ook verkracht. Nog steeds is de dader niet gevonden. Nawijn: „Ik heb dit onderzoek laten uitvoeren, omdat de dader moet worden gevonden. Daar gaat het om. Dat moet niet alleen in het belang van de nabestaanden, maar ook omdat er nu waarschijnlijk nog steeds iemand daar vrij rondloopt die levensgevaarlijk is”.

De familie Vaatstra schreef zondag in een verklaring dat ze hoopt dat de publiciteit, het onderzoek van Akerboom en de eventuele nieuwe sporen, alsnog zullen leiden tot de aanhouding van de dader. Ook hoopt de familie dat „al die onbeantwoorde vragen eindelijk eens zullen worden beantwoord”. De vader van Marianne was zondag zelf niet bij de presentatie van het rapport van Akerboom aanwezig, omdat hij er voor heeft gekozen om Marianne samen met de andere familieleden in alle rust te herdenken.

Het Openbaar Ministerie (OM) in Friesland weerspreekt de suggestie dat het Vaatstra-onderzoek slecht zou zijn uitgevoerd. De leiding van het OM wilde destijds geen groot DNA-onderzoek, omdat de aandacht dan vooral gelegd zou worden bij de weigeraars van het grootschalige onderzoek onder ongeveer 20.000 mannen.