Wetenschap en boerenverstand
De twintigste herdenking van de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl biedt weer volop aanleiding tot discussie over de vraag hoeveel slachtoffers de ramp heeft geëist en uiteindelijk zal vergen. Het vele cijfermateriaal van evenzoveel deskundigen -of wat daarvoor moet doorgaan- vliegt dezer dagen weer over de tafel: 4000, 9000, 100.000 of nog meer.
Eind vorig jaar kwam het Tsjernobyl Forum met „definitieve antwoorden.” Het forum, waarin wetenschappers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het Internationale Atoomenergie Agentschap (IAEA) en andere aan de Verenigde Naties gelieerde organisaties zijn verenigd, stelde dat men op termijn moest uitgaan van in totaal 9000 dodelijke slachtoffers. Dat aanvankelijk een getal van 4000 de ronde deed, berustte op een fout in het persbericht; uit het eigenlijke rapport bleek dat de wetenschappers uitgingen van 9000 sterfgevallen.Tot halverwege 2005, aldus het persbericht, zou er slechts een vijftigtal personen als gevolg van Tsjernobyl zijn omgekomen; daarbij zou het in bijna alle gevallen gaan om reddingswerkers die aan een zeer hoge dosis waren blootgesteld. De meeste mensen zijn volgens de ’deskundigen’ het slachtoffer van traumatische ervaringen, armoede, verkeerde leefgewoontes en hardnekkige mythes die een „verlammend fatalisme” in de hand werken.
Wie vanuit boeken of kranten ook maar enigszins bekend is met de verhalen uit het rampgebied, kan met zijn boerenverstand -alle wetenschappelijke rapporten ten spijt- wel nagaan dat deze cijfers niet kloppen. Alsof „verlammend fatalisme” zou zorgen voor een toename van het aantal kinderen met ernstige afwijkingen.
Overigens baseert ook het boerenverstand zich op gegevens. Bijvoorbeeld het feit dat, aldus een Duitse krant vorige week, de regering in Kiev 17.000 gezinnen financieel ondersteunt, omdat de vader is gestorven als ”liquidator” (zoals de naar schatting 600.000 bergingswerkers rond Tsjernobyl werden genoemd). Daarnaast krijgen 107.000 liquidators een invaliditeitspensioen. En dat geldt dan alleen nog maar voor Oekraïne.
Dat niet ieder kankergeval in het Tsjernobylgebied zomaar is terug te voeren op de ramp met de kerncentrale, staat buiten kijf. Maar iets wat niet wetenschappelijk kan worden verklaard, moet de slachtoffers gemakshalve niet tussen de oren worden gedrukt. Deskundigen die pretenderen „de ware omvang van het ongeluk” te presenteren, weten immers dat wetenschappelijke inzichten voortdurend veranderen.
Dat geldt niet in de laatste plaats voor stralingsziekten - een relatief jong verschijnsel. De meeste kennis op dit gebied is gebaseerd op de ervaringen met de bombardementen uit de Tweede Wereldoorlog op het Japanse Hiroshima en Nagasaki. En de internationale stichting die het lot van de overlevenden volgt, wordt telkens opnieuw verrast door het feit dat decennia na de explosies bepaalde kankersoorten plotseling weer in aantal toenemen.
Dat alles wil niet zeggen dat een organisatie als Greenpeace, die vorige week een aantal van 93.000 dodelijke slachtoffers ’claimde’, wel het gelijk aan haar kant heeft. Ook haar deskundigen zullen hun cijfers hard moeten maken.
Het antwoord op de vraag hoeveel slachtoffers Tsjernobyl heeft veroorzaakt en hoeveel er nog zullen volgen, is dan ook even simpel als frustrerend: niemand die het weet. Het zou wetenschappers sieren als ze dat zouden toegeven. Of in ieder geval hun bevindingen van kanttekeningen voorzien in plaats van ze te presenteren als „definitieve antwoorden.”
Ook al zal het slachtofferaantal nooit bekend worden, iedereen met een gezond boerenverstand zal niet onder de conclusie uitkomen dat zich in Tsjernobyl een ramp met apocalyptische trekken heeft voltrokken. En die wetenschap stemt meer tot nadenken dan het gegoochel met getallen.
Dick Tromp