Kerk & religie

Pakistani eten ’t ei, niet de kip

„Wij eten het ei, maar niet de kip”, zegt dr. Arthur James. Met die woorden verdedigt de dominee uit Gujranwala dat de Presbyteriaanse Kerk van Pakistan alleen de rente gebruikt voor het lees- en schrijfonderwijs aan de kinderen. En niet het via de RD-actie van 2000-2001 bijeengebrachte kapitaal van 715.000 gulden. Overtuigender nog dan het onderricht via de PCP draait het tweede projectonderdeel: de vijf via de actie gebouwde schooltjes voor onderwijs aan de Bheels. Het onderwijs loopt als een trein.

G. Roos
9 July 2002 08:30Gewijzigd op 13 November 2020 23:40

Het analfabetisme is groot onder de ongeveer 150.000 als Bheels bekendstaande, nog altijd in stamverband levende mensen. Zij wonen in woestijnachtige gebieden in de wijde omtrek van de stad Rahimyar Khan. Doorgaans in armzalige lemen ’huizen’. En ze houden wat buffels en geiten. Twintig of dertig jaar geleden sliepen ze op de grond. Dat leerde hun de hindoegoeroe. Nu hebben de meesten een verplaatsbaar bed met een bodem van touw, dat gelijk dient als tafel en stoel. De vrouwen onderscheiden zich door een kleurige dracht. Er is een gemeenschappelijke keuken in ieder ’dorpje’. In de open lucht. Elke nederzetting bestaat uit zo’n 75 tot 150 gezinnen. De daken van de behuizing zijn van riet en stro. De vloer is van leem. Het enige vertrek in het ’huis’ is zit-, eet- en slaapkamer tegelijk. Soms is er sprake van een wat beter onderdak, met een deur en een binnenplaats met muren. Niet zozeer wegens gevaar, maar in verband met privacy. Bheels hebben tot op heden eigenlijk nauwelijks een concept van dagen. Als ik vraag: „Wanneer ben jij geboren?” luidt het antwoord: „Het regende heel erg.” Of: „Het was een hete dag.” Van huwelijks- of geboorteregistratie is geen sprake.

Lezen en schrijven via leitjes
De schooltjes hebben allemaal een rieten dak. Dit in verband met de warmte. Zij worden bezocht door Bheels: hindoes en moslims. De kinderen leren Engels en Urdu lezen en schrijven. Jongens en meisjes zitten in gescheiden klassen, anders ontstaan er problemen met de traditioneel denkende ouders. Ze schrijven op leitjes. Soms stuurt een moeder een nog kleiner kind mee naar school. Dan is zij er even af. Hoe dan ook, ze leren het woord clock, dog, elephant and so on.

De kinderen komen niet allemaal even trouw, maar de bovenmeester houdt dat nauwkeurig bij op zijn lijsten. Na het volgen van dit drie jaar durende onderwijs kunnen de kinderen instromen in de secundaire school, grade 6, 7 of 8. Daarna is het theoretisch mogelijk via een examen toegang te krijgen tot de highschool. Theoretisch! Want alles kost geld. En dat is onder de Bheels een zeer zeldzaam iets.

Alle onderwijzers op de vijf scholen zijn christen, maar geen van hen hoort tot de Bheels. Christenen zijn meer betrokken op hun werk, vanuit hun geloofsovertuiging, zo vertelt de coördinator van het project, Samuel Chand. De onderwijzers hebben minimaal het niveau van highschool, dus voortgezet onderwijs. Zij zijn reeds geschoold vanuit het ministerie en worden bijgeschoold via de christelijke organisatie Adult Basic Education Society (ABES). Voor dat laatste gaan ze enige tijd naar de vergelegen stad Gujranwala. Ze slapen en eten dan in het guesthouse ter plekke.

Het is beslist niet zo dat er slechts voor de gelegenheid van het buitenlands bezoek meesters, jufs en kinderen zijn opgetrommeld. Want die laatste categorie geeft er blijk van hier dingen te hebben geleerd. Bovendien vertelt Chand allerlei details over het leven van de onderwijzers. Hij kent ze dus van nabij. Zij leven in de week zelf in de dorpen. Er is voor hen een uiterst simpel onderkomen vastgebouwd aan de scholen.

De onderwijzers krijgen in dit door moslims gedomineerde land problemen als ze elke ochtend bijbelverhalen vertellen. Het devies van Chand luidt: „Leef ze Christus voor.” In Nederland lijkt zoiets een loze kreet. Maar in Pakistan betekent het een zeer bewuste keuze. Het houdt in dat iemand heel nadrukkelijk het verschil zichtbaar maakt tussen christenen, moslims en hindoes.

Blij met onderwijs
De scholen staan in Chah 15, Chah 48, Chah 56, Chah 91 en Chah 115. De dorpen hebben hier een nummer. Op de tochten naar de gebouwtjes passeer ik nogal wat irrigatiekanalen. Kinderen zwemmen. Althans: jongens. Want voor meisjes is dat in een moslimland streng verboden. Het is eigenlijk vies water. Ook de buffels baden erin. En de moeders doen op dezelfde plek de was. Geef mij maar een Siemens. Of desnoods Bendix.

Ook om een andere reden ben ik blij in Nederland te wonen. De cultuur in Pakistan wijkt sterk af van de West-Europese. Ook onder christenen is de praktijk van het uithuwelijken nog algemeen. En wat te denken van het feit dat kinderen als vader sterft, met de rest van het bezit ook moeder kunnen verkopen? Een zoon kan vervolgens zelfs besluiten om „nu maar een motorbike te kopen.”

Om een voorbeeld te noemen: in het dorp Chah 56 functioneren twee onderwijzers. Dit dorp ligt ongeveer 15 kilometer van de grens met India. De bosschages in de buurt wemelen van de soldaten. De school telt circa tachtig kinderen. Zijn poseren graag. Bij bezoek aan de school in Chah 115 spreek ik ook ouders, Bheels, die zich erg blij tonen met het onderwijs. In dit gebied is immers zo’n 5000 jaar geleden sprake geweest van een goede beschaving.

In de school in Chah 56 is tevens sprake van onderwijs aan volwassenen. Voor ik daar kennis mee maak, ontvang ik eerst een kop thee met water dat buiten op een vrij vuurtje wordt gekookt.

Daarnaast is er sprake van beroepstraining van vrouwen met naaimachines en dergelijke. Dat gebeurt in de schoolgebouwtjes. Naaimachines en ander gereedschap blijken aangekocht. Voor westers idee uiterst ouderwets. Voor een land echter waar elektriciteit een fel begeerde maar veelal onbereikbare rijkdom is, precies geschikt. De schuchtere vrouwen durven de van ver gekomene nauwelijks aan te zien. Maar ze maken mooie dingen.

Zondagsschoolwerk
Een dochter van Chand, een afgestudeerd theologe, Nina, houdt zich vooral bezig met zondagsschoolwerk. Op een donkere avond trekt het gezelschap naar een van de dorpen. Koeien, geiten, ezels: alles loopt door elkaar. Van radio, televisie, telefoon en zelfs van elektriciteit is hier geen sprake. Daarom zijn de mensen allemaal gewoon thuis. Twee auto’s verschaffen met voortdurend draaiende motoren via hun felle koplichten enige uitkomst. Overigens stijgt de temperatuur van het koelwater bij zoiets ontoelaatbaar.

Ik kom tot gesprek met een grote groep mannen. Uiteraard via tussenkomst van een vertaler. Ik vertel iets over het land waar ik vandaan kwam. Over sneeuw. De Bheels raken geïnteresseerd. Ze zeggen ervan te dromen om ooit sneeuw te zien. De overstap naar het ”I have a dream” van Martin Luther King is niet moeilijk. En over het op goede wijze samenleven van in allerlei opzicht verschillende mensen. „Hoe is dat mogelijk?” vragen de Bheel, die van nabij weten wat discriminatie is. „Omdat de almachtige Schepper van de hemel en de aarde door de Bijbel, het Woord van de allerhoogste Gebieder, mensen laat zien dat liefde veel beter is dan haat.”

Evangeliseren in dit gebied valt niet mee. In de Bheeldorpen verschijnen af en toe ook welopgevoede moslims. Soms drinken de onderwijzers, zoals Nina, thee met de Bheels. De moslims stuiven op: „Drinken jullie thee met Bheels?” Antwoord: „Ja, Jezus heeft ons geleerd dat we allen menselijke wezens zijn. Hij leerde ons liefhebben.” Dan is er een opening voor verder gesprek.

Het project loopt als een trein. Coördinator Chand voelt zich enigermate voldaan in dit werk. Tijdens een meeting met moslims, gebruikten dezen ooit tegen Chand woorden van Mohammed: „Om te leven ga je desnoods naar China.” Chand: „Ik breng China in de dorpen in de woestijn.”

Drie deelprojecten
De in 2001 afgeronde RD-actie voor Pakistan bestond uit drie deelprojecten. Een van de drie betreft de organisatie ABES. Een deel van de opbrengst van de actie is voor deze ’pabo’, met het doel -kort gezegd- mensen te trainen om volwassenen en kinderen te leren schrijven, lezen en rekenen, zodat zij in maatschappelijk opzicht op een hoger niveau zouden komen en zodat zij de Bijbel zouden kunnen leren lezen. Ook dit werk draait volop. In de stad Rawalpindi en in Gujranwala. Telkens melden zich groepen toekomstige onderwijzers. Bij een van die groepen reikte ik diploma’s uit.

Via de PCP -de aanhef van dit artikel vestigt reeds de aandacht op dat deelproject- zullen mensen uitgaan over diverse delen van het land om de via de training bij ABES verworven kennis te ’distribueren’. De rente is evenwel beperkt -de Pakistani eten het ei op, maar niet de kip- en daarom is een start gemaakt met het vervaardigen van onderwijsmateriaal.

Het derde deelproject betreft de Bheels. Eigenlijk is het een wonder dat er zo veel kan gebeuren. Pakistan is een buurland van Afghanistan. En het bleek zeer nauw betrokken bij de gebeurtenissen van 11 september 2001. De guerrilla’s hebben in Pakistan vergaderd. Ook recent nog was er sprake van diverse aanslagen door moslimextremisten in Karachi en andere steden. Door deze betrokkenheid van Pakistan zijn eigenlijk alle op gang zijnde processen van christenen in het land vertraagd. Alleen al wegens toegenomen onveiligheid.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer