Geen kermis in de kamer van de prins
SOESTDIJK - Eventjes op het bordes staan is er net niet bij. Een kijkje nemen in de wapenkamer, de wijnkelder en de kluis van ”Soestdijk” is binnenkort geen probleem. De paleispoort zwaait open. „We gaan er geen kermis van maken.”
Soestdijk schittert in het zonlicht. De hagelwitte gevel glorieert achter het versgemaaide gazon. Het fraai vormgegeven paleis lijkt zo weggelopen uit een sprookje. Zuilen rechts, zuilen links. Midvoor een kloek bordes, een vlaggenmast met kroontje in top en een uurwerk dat nog stipt op tijd loopt. Vijf heldere slagen galmen over de paleistuin.Schijn bedriegt. Bij nadere beschouwing blijkt het rijksmonument zwaar te lijden onder de tand des tijds. Groene aanslag en bruine roestplekken winnen steeds meer terrein op de wit gestukadoorde gevel. De luiken ogen verweerd, de ruiten zijn ongewassen. Gras groeit tussen de straatklinkers.
Sinds het overlijden van prins Bernhard in december 2004 staat het paleis leeg. De verloedering blijkt hard te gaan. Ook het groen-witte wachthuisje bij de ingang is leeg. Op een schapje ligt nog een zwarte schoenenborstel. Achtergelaten door de laatste marechaussee die het licht uitdeed.
Sindsdien behoeden drie ’kleerkasten’ van een particulier beveiligingsbedrijf het paleis voor kraak. „We zijn hier dag en nacht.” Een bezoeker die eventjes een ommetje probeert te maken in de paleistuin, wordt al snel in de kraag gegrepen. Een hond gromt vervaarlijk.
De plannen voor een tijdelijke openstelling voor het publiek zijn met gemengde gevoelens ontvangen. Niet doen, waarschuwt Thera Coppens van ”Salvé Soestdijk” dringend. Via internet verzamelt haar comité handtekeningen om het paleis te behouden. „Waarom werken we niet direct aan een definitieve bestemming? Als het paleis over drie jaar de poorten sluit, gaat het nooit meer open. Ik voel dat.”
De schrijfster van het boek ”Baarnsche lusthoven” pleit ervoor het paleis een bestemming te geven als 19e-eeuws museum met internationale allure. „Past precies bij het pand.” De plannen om de werkkamer van prins Bernhard en prinses Juliana open te stellen voor publiek, verafschuwt ze. „Kinderachtig. Popperig.”
Waarnemend burgemeester P. Mangelmans van Soest ontkent dat het paleis over drie jaar definitief zijn poorten sluit. „Ik kan me dat eerlijk gezegd niet voorstellen bij zo’n rijksmonument. ’k Geloof er niks van. Minister Dekker voelt zich verantwoordelijk. Ik heb daar alle vertrouwen in.”
Het feit dat er geen geld is voor een definitieve restauratie doet niets af aan zijn enthousiasme over de maandag gepresenteerde tussenoplossing. „Misschien blijkt het publiek het paleis wel zo te waarderen, dat het langer openblijft. Versaille is toch ook gewoon open?”
Projectleider M. Bruinsma sluit een langere openstelling niet op voorhand uit. „Het is afwachten. We hebben drie jaar om definitieve plannen te ontwikkelen.” Welke opties er voorliggen, wil hij niet zeggen.
Bruinsma waarschuwt voor te hooggespannen verwachtingen bij het publiek. „We gaan er geen kermis van maken. In de wapenkamer zijn straks geen wapens te zien, in de porseleinkamer geen porselein, in de zilverkamer geen zilver.”
De openstelling geschiedt volgens hem met respect voor het gebouw en zijn vroegere bewoners. „In eerste instantie gaat het om het pand. De bezittingen van de koninklijke familie zijn weggehaald. Soestdijk is geen museum. We hebben in Nederland maar één Oranjemuseum. En dat is Het Loo.”
Desondanks is de Bond van Oranjeverenigingen in Nederland tevreden. Volgens vicevoorzitter K. Smit is het fijn dat het paleis voorlopig in deze hoedanigheid behouden blijft. „Veel mensen zullen van de openstelling gebruikmaken. Het is toch een soort toeristische attractie om in de woonvertrekken te mogen kijken.”
De Bond hoopt dat het paleis in de toekomst niet gebruikt gaat worden als horecagelegenheid of viersterrenhotel met golfbaan. „Wij hopen op een museum of iets dergelijks.”
Wie ooit al een kijkje heeft willen nemen in de werkkamer van prins Bernhard, kan vanaf het najaar voor 12,50 euro terecht. Evenals in de keuken, de eetkamer en de woonkamer. In geen velden of wegen is nog een olifant of porseleinkast te zien. Alleen op de ooit witte vitrages prijken nog een paar leeuwen.
Ook de tuinen met de beroemde rododendrons zijn te bezichtigen. Van het vrijwel volledig symmetrisch opgetrokken gebouw wordt straks alleen de zogenaamde Soestervleugel opengesteld. „Wie de ene helft heeft gezien, heeft ook de andere helft gezien”, aldus minister Dekker.