Moeders kunnen jeugd veel onderwijs geven
Moeders moeten de tijd die zij overhebben besteden aan het onderzoeken van en onderwijzen in de belijdenisgeschriften, stelt Jannie van de Berg . De jeugd heeft het nodig.
Met veel genoegen heb ik het interview gelezen met W. Visser in de krant van vrijdag 14 april. Een hartontroerend stuk. Alleen, één passage baart me zorgen, namelijk als er staat: „Zeker als de kinderen jong zijn vind ik het bezwaarlijk wanneer moeders werken. Anders wordt het wanneer ze ouder zijn. Dan is het niet verkeerd om, als dat het gezin niet schaadt, er iets bij te doen.”Een ander artikel stond een dag later in deze krant, van W. Wagteveld. Dit lezenswaardige verhaal ging over ouders die als eerste moeten onderwijzen in de belijdenisgeschriften, omdat deze door jongeren als te moeilijk en verouderd worden ervaren. Ik ben het hier helemaal mee eens. Ouders zijn als eerste verantwoordelijk, en in het verlengde hiervan kerk en school.
Mijn zorgen over de passage uit het eerste artikel spitst zich toe op de zinsnede: „als dat het gezin niet schaadt.” Als dat het gezin wél schaadt, zien we dat veelal achteraf. En mijns inziens hebben onze kinderen, juist als ze groter worden en ouder zijn, ons des temeer nodig. Laten we daarom als opvoeders zoeken naar een invulling die tegenovergesteld is aan schaden, namelijk: herstellen, genezen, bouwen en het funderen van onze gezinnen.
Geen aanval
Dit is overigens geen aanval op werkende moeders, maar wel een zeer bezorgde reactie op het gegeven dat enerzijds steeds meer moeders betaald werk gaan doen en anderzijds -én dat tegelijkertijd- er steeds meer aanvallen komen op onze kinderen en gezinnen. Mij lijkt het zo nodig om, ook als onze kinderen niet thuis zijn, aan de opvoeding te werken.
Als wij moeders nu eens de tijd die we overhebben, besteden om de Bijbel, Gods zo belangrijke Woord, en in het verlengde hiervan de belijdenisgeschriften te onderzoeken. En dan inderdaad onze kinderen metterdaad hierin te onderwijzen, ze die voor te houden en ze voor hen naar de praktijk proberen te vertalen. Alles in alle gebrek overigens. Maar het is wel onze taak en opdracht. Laat het een uitdaging worden, moeders!
Wij denken wellicht al snel dat het te moeilijk zal zijn. Maar laten we zoeken naar vormen of manieren om onze kinderen te bereiken en biddend zoeken om vooral ook zelf in de Bijbel en de belijdenisgeschriften thuis te raken. Ze ons eigen te maken.
Bij Bijbelonderzoek (wat een rijkdom vormen de kanttekeningen hierbij) kunnen we Gods zegen biddend inwachten en verwachten, want Hij geeft daar altijd Zijn zegen over. Laat de rijkdom van Gods Woord eens opengaan. Mijns inziens is deze manier van tijdvulling en/of -besteding brood- en broodnodig, meer dan het extra geld dat we met betaald werk krijgen.
Generatie
Te vaak wordt er naar de jongeren gekeken en gewezen. Maar hoe staan wij als tussengeneratie in dit leven? De ouderen zijn vaak nog redelijk thuis in de gereformeerde leer. Maar onze generatie? Staat die toegerust klaar om de kinderen en de jeugd van ons, onze gemeente en de onkerkelijken in onze omgeving te sturen, te onderwijzen, te helpen en proberen te ’pakken’, oftewel te winnen voor Zijn Woord, wet, wegen en -het grootste- Zijn genade?
De auteur is moeder en opvoeder van nog jonge kinderen.