Benedictus XVI gaat voor consolidatie
ROME - Het eerste jaar van paus Benedictus XVI kenmerkt zich door consolidatie. Wel verrast de paus door zijn openheid en zijn vermogen de rooms-katholieke geloofsleer uit te leggen.
„Na de paus om gezien te hebben, nu een paus om aan te horen.” Zo maakte woensdag het dagblad Avvenire het verschil duidelijk tussen Johannes Paulus II en Benedictus XVI, die sinds een jaar de hoogste leider is van de Rooms-Katholieke Kerk. De krant wil ermee zeggen dat de nieuwe paus niet het visuele charisma heeft van Johannes Paulus II, maar door zijn woorden wel weet aan te spreken.De nieuwe paus heeft in zijn eerste jaar nauwelijks verrassende zetten gedaan. Het vermoeden dat Joseph Ratzinger, die 25 jaar lang de ’ideoloog’ was van het Vaticaan, de inhoudelijke lijnen uitzette voor Johannes Paulus II, wordt steeds meer bevestigd. Het enige wat Benedictus XVI te doen staat, is het aanscherpen van de lijnen die zijn voorganger trok.
Eucharistie
Benedictus’ centrale thema is zonder meer de eucharistie (het avondmaal), die hij nog meer dan Johannes Paulus II voor het voetlicht brengt. „Het kan niet zo zijn dat de eucharistie, hart van het christelijk leven en bron van evangelisatie, niet het permanente centrum is van de paus”, zei Benedictus een dag na zijn verkiezing tot paus. En daar bleef het niet bij. Zijn eerste bezoek buiten Rome betrof een internationaal congres over de eucharistie. Het thema van de wereldbisschoppensynode in Rome in oktober was eveneens de eucharistie. En de eerste encycliek, die traditioneel de leidraad is van een nieuw pontificaat, ging er ook over.
De paus heeft zich, in weerwil van zijn imago van kamergeleerde, het afgelopen jaar vooral laten zien als iemand die dicht bij de mensen staat. Hij legt uit, met eenvoudige woorden, en zegt de dingen vaak uit zijn hoofd. Heel anders dan Johannes Paulus II, die maar weinig aan het toeval overliet - 80 procent van de teksten die deze sprak, was werk van zijn medewerkers.
Bij ten minste vijf gelegenheden liet de nieuwe paus zich bevragen over allerlei geloofszaken. De meeste van deze ontmoetingen vonden achter gesloten deuren plaats. Er verscheen hooguit enkele weken later een verslag in l’Osservatore Romano, het Vaticaanse dagblad. Uit die verslagen, die nauwelijks verdere media-aandacht kregen, bleek zijn vermogen om uit te leggen, maar ook om te luisteren. Hetzelfde bleek uit de urenlange ontmoeting met zijn voormalige collega Hans Küng, met wie hij het eerder aan de stok kreeg.
Reserve
Maar uit deze openheid blijkt niet dat de paus de Rooms-Katholieke Kerk in ander vaarwater brengt. Er blijkt meer uit dat hij het intellectuele vermogen heeft om andere meningen aan te horen en te discussiëren.
Dat is precies de achtergrond van zijn instelling ten aanzien van de oecumene. Die noemde hij „een onomkeerbare verplichting” tijdens zijn ontmoeting in juni vorig jaar met Samuel Kobia, secretaris-generaal van de Wereldraad voor Kerken. Maar de oecumene mag „de waarheid geen geweld aandoen”, zei Benedictus vervolgens in Keulen (tijdens zijn enige buitenlandse reis) tegen afgevaardigen van protestantse en orthodoxe kerkgenootschappen.
Zijn reserve tegenover de oecumene mag evenwel geen verbazing wekken. Het was precies Joseph Ratzinger -toen deze binnen het Vaticaan verantwoordelijk was voor de geloofsdoctrine-, die in 2000 het document ”Dominus Iesus” schreef. Volgens dat document heeft alleen de Rooms-Katholieke Kerk volledige toegang tot het heil.