Financiële positie PKN gestabiliseerd
UTRECHT - De Protestantse Kerk in Nederland en de dienstenorganisatie van deze kerk hebben het jaar 2005 afgesloten met een overschot van 144.000 euro op de operationele exploitatie. De vermogenspositie van de PKN groeide vorig jaar flink, mede door een groot legaat van 4 miljoen euro. In 2004 boekte de kerk nog een verlies van 1,1 miljoen euro.
Dat maakte de directeur van de dienstenorganisatie, Haaije Feenstra, donderdag tijdens een persconferentie bekend.Feenstra toonde zich tevreden over de cijfers. „Als we het legaat van 4 miljoen euro even buiten beschouwing laten, blijkt uit de cijfers dat we weer controle hebben op de financiën van de kerk. Dat vind ik erg belangrijk. In mei vorig jaar werden we ineens geconfronteerd met grote tegenvallers. Des te dankbaarder ben ik dat we de zaak toch tijdig hebben kunnen bijsturen en nu weer zwarte cijfers schrijven.”
Opvallend noemde Feenstra de daling in inkomsten voor wat betreft het zogenoemde kerkrentmeesterlijk quotum. „Daar zien we een daling van ongeveer 6 ton. Ongeveer 400.000 euro van die daling is een gevolg van de scheuring in hervormde gemeenten in 2004 en van de uitstroom van de hersteld hervormden. De overige 200.000 euro minder inkomsten is het gevolg van allerlei zaken. Zo zijn er gemeenten die gewoon hun verplichtingen aan de landelijke kerk niet nakomen.”
Volgens de directeur van de dienstenorganisatie is wat betreft de scheuring de bodem van de dalingen nu bereikt. „We zien voor de eerste maanden van dit jaar bijvoorbeeld dat we weer rond de begrote inkomsten zitten. Het lijkt erop dat de kerkscheuring nu echt helemaal in de cijfers verwerkt is.” Ook de collecteninkomsten waren in 2005 minder dan in 2004. „Ook hier zou je een effect van de scheuring kunnen vermoeden, maar grote inzamelingsacties, zoals bijvoorbeeld voor de tsunami, spelen hierin ook een rol.”
Nadat in 2005 grote onduidelijkheid was ontstaan over het werkelijke verlies van de Protestantse Kerk, besloot de kleine synode om de begrotingen en jaarrekeningen van de kerk en die van de dienstenorganisatie te scheiden. Ook de cijfers van Kerkinactie moesten apart vermeld worden. „We hopen nu dat het duidelijker is geworden, zodat de kerkmensen ook kunnen zien wat er met hun geld gebeurt”, aldus Feenstra.
Dat de kerk verleden jaar een groot legaat kreeg van ongeveer 4 miljoen euro, noemde hij uitzonderlijk. „Zoiets kun je natuurlijk niet begroten. Maar het bevestigt wel mijn eerdere uitspraak dat de kerk in de loop van de jaren altijd fluctuaties zal kennen in haar inkomsten. Dit soort grote erfenissen heb je eens in de zoveel tijd. Maar er zullen ook jaren zijn dat we amper legaten krijgen en dan kan het vermogensresultaat wel eens negatief zijn. Belangrijker vind ik het dat we het operationele resultaat onder controle lijken te hebben. Dan gaat het namelijk om structurele zaken.”
De kerk had voor 2005 een totaal verlies begroot van ruim 1,8 miljoen euro, de resultaten van Kerkinactie buiten beschouwing gelaten. Nu is er een winst van 2,3 miljoen euro. Als in de cijfers het legaat van 4 miljoen euro wordt verrekend, zou de kerk een negatief vermogensresultaat van 1,7 miljoen euro hebben. Het operationele resultaat -de cijfers die laten zien hoe het gesteld is met de verhouding tussen de jaarlijkse inkomsten en uitgaven- is dit jaar 144.000 euro positief. In 2004 was dat resultaat 1,1 miljoen euro negatief. Op deze cijfers heeft het legaat geen invloed. „De resultaten laten zien dat we goed begroot hebben”, meent Feenstra.
Het grootste deel van het legaat van 4 miljoen euro wordt, volgens de wilsbeschikking van de schenker, belegd in duurzame beleggingsfondsen, Oikocredit en het Diaconaal Protestants Kredietfonds. De opbrengsten van de beleggingen komen ten goede aan het kerkelijk jeugdwerk.
Kerkinactie, onderdeel van de dienstenorganisatie, behaalde een vermogensresultaat van ongeveer 8 miljoen euro. Dit werd voor een belangrijk deel veroorzaakt door nog niet bestede middelen vanuit de tsunamiactie.
Voor de toekomst blijft het zaak in financieel opzicht de vinger aan de pols te houden, aldus Feenstra. „De draagkracht van de plaatselijke gemeenten neemt af en de financiën van de landelijke kerk en de dienstenorganisatie moeten daarop worden afgestemd.” Het onlangs aan de synode van de kerk voorgelegde bezuinigingsplan ”Groeien met de riemen die je hebt” moet volgens hem dan ook worden uitgevoerd. „We hebben het daarin over de lange termijn en op die lange termijn zien we een situatie van krimp. Bovendien willen we er naartoe dat de lastendruk van de plaatselijke gemeenten minder wordt, doordat ze minder hoeven af te dragen aan de landelijke kerk.”
De vrijdag gepresenteerde cijfers over 2005 hebben nog een voorlopig karakter. De kleine synode van de Protestantse Kerk stelt de jaarrekeningen uiteindelijk in juni vast.