In de zomer van 2005 plaatste Leefbaar Delft een paginagrote advertentie in de plaatselijke krant. Daarin beschuldigde fractievoorzitter M. Stoelinga de voormalige wethouder van corruptie en chantage. Baljé zou restauranthouder S. Daga een subsidie van 40.000 euro hebben beloofd voor het varen met gondels door de Delftse grachten.Daga kreeg echter slechts een deel van het bedrag en bracht uit wraak videobanden naar buiten. Daarop stonden telefoongesprekken die Baljé in het restaurant van Daga voerde over zijn eventuele burgemeesterschap van Delft.

Na de advertentie won Baljé een kort geding tegen Stoelinga. De fractievoorzitter van Leefbaar Delft moest een rectificatie plaatsen op de voorpagina van de krant. Tegelijkertijd legde Baljé een forse schadeclaim bij de rechter neer, omdat zijn baan bij een projectontwikkelaar in Rotterdam door alle consternatie niet doorging.

Om ervoor te zorgen dat hij zijn geld krijgt, heeft Baljé nu beslag laten leggen op de eigendommen van Daga en Stoelinga. Dat betekent dat zij hun panden, inclusief inhoud, niet mogen verkopen.

Stoelinga noemt de actie van Baljé ongehoord. De fractievoorzitter van Leefbaar Delft blijft erbij dat de oud-wethouder schuldig is aan corruptie.

Het beslag van Baljé is ter waarde van 250.000 euro, aldus advocaat Paardekooper. Er is niets van Stoelinga en Daga weggehaald, ze mogen alleen niets verkopen of verplaatsen. De ex-wethouder van onder meer toerisme, ict en economie verwacht dat zijn geleden schade veel hoger uitkomt dan 250.000 euro. Een civiele procedure voor schadevergoeding loopt nog.

Het openbaar ministerie onderzocht de zaak maar vond onvoldoende bewijs van corruptie en onrechtmatig handelen om Baljé te vervolgen. De wethouder zag zich door de commotie echter genoodzaakt af te treden. De „smaad, laster en chantage” van Stoelinga en Daga maakten hem „het werken onmogelijk”, verklaarde hij.

Advocaat Paardekooper kondigde dinsdag aan opnieuw aangifte te doen wegens smaad, laster, poging tot chantage en het illegaal verspreiden van geluids- en beeldopnamen. Eerder leidde dit niet tot een strafzaak, omdat Daga beweerde dat hij de videoband niet meer had. Nu Daga en Stoelinga zijn gedagvaard voor de civiele schadeprocedure, stuurden zij de band ineens op. Tot groot genoegen van advocaat Paardekooper, die stelt dat te zien is dat de camera speciaal voor de gelegenheid was opgehangen in het restaurant.