Kerk & religie

„Kerk als instituut is verder weg dan ooit”

EDE - Geestelijke verzorging geven midden in de seculiere wereld. Er is geen functie die zo aardig is, zegt legerpredikant dr. J. van Eck. Hij staat vandaag 25 jaar in het ambt. „Dankbaar ben ik, maar ik voel me ook wel een geluksvogel. Ik doe mijn werk met veel plezier. Ja, beide is waar.”

K. van der Zwaag
12 April 2006 10:04Gewijzigd op 14 November 2020 03:39
EDE – Dr. J. van Eck: „Ik merk een groeiende openheid naar God. Een zoeken ook naar houvast en richting. Dat probeer ik te honoreren. Ik hoop dat zulke mensen met hun verlangen nog eens een thuis zullen vinden in de kerk. Dieper eigenlijk: bij Jezus.” F
EDE – Dr. J. van Eck: „Ik merk een groeiende openheid naar God. Een zoeken ook naar houvast en richting. Dat probeer ik te honoreren. Ik hoop dat zulke mensen met hun verlangen nog eens een thuis zullen vinden in de kerk. Dieper eigenlijk: bij Jezus.” F

John van Eck (53) groeide op in Lexmond, in een hervormd milieu. „Inhoudelijk was het bij ons thuis zo: respect voor de kerk hoort, maar je hoefde ook niet alles voor zoete koek te slikken. Er was bij ons soms ruimte voor een gezond wantrouwen tegenover predikanten.”Tijdens zijn middelbare schooltijd nam hij, zoals hij uitdrukt, „een tijdje afstand van kerk en geloof.” Daarna ging hij klassieke talen studeren in Utrecht. Lezing van de Bijbel als een stuk antieke letterkunde en ontmoetingen met gelovige medestudenten maakten dat bij hem de vonk van het geloof oversprong. „Ik meldde me weer bij de kerk en werd een ijverige kerkganger. Hoewel ik buiten de kerk tot geloof ben gekomen, kreeg ik toch de behoefte ergens bij te horen.”

Het gevolg van deze geestelijke ommekeer, zoals hij dat noemt, was dat hij theologie ging studeren, opnieuw in Utrecht. Dat gebeurde van 1976 tot 1980. Tussentijds, in 1978, promoveerde hij op het onderwerp ”The Homeric Hymn to Aphrodite”.

Waarom theologie? „Het was niet zozeer uit roeping om predikant te worden, maar omdat ik mij meer in Bijbel en geloof wilde verdiepen. Als het tot een roeping zou komen, zou ik dat wel kunnen opmaken uit de brief van een kerkenraad die op de mat zou vallen om mij te beroepen. Want zo blijkt toch de roeping.”

Defensie
Die roeping kwam onverwachts, van een andere kant: van de zijde van het ministerie van Defensie. „Merkwaardig, want ik was nooit in militaire dienst geweest, want ik was afgekeurd. Het feit dat ik buiten de kerk tot geloof gekomen ben, heeft mij ertoe gebracht om de uitnodiging aan te nemen.”

Een afwisselend leven volgde. Van Eck werd op 12 april 1981 door ds. A. van Brummelen als legerpredikant bevestigd. Hij begon in de Beeckman- en Stevinkazerne in Ede. Later volgden al snel andere functies in de krijgsmacht: geestelijk verzorger bij het militair hospitaal in Utrecht en later bij het opleidingscentrum geneeskundige diensten.

Ook verkeerde hij regelmatig in het buitenland. In 1995 en 1996 was ds. Van Eck als geestelijk verzorger in Zagreb werkzaam, bij de Nederlandse troepen. Van 1998 tot 2001 deed hij dienst als gemeentepredikant in het Duitse Seedorf waar permanent Nederlandse militairen gelegerd waren.

Daarna werd het leven wat rustiger. Sinds vier jaar is dr. Van Eck als geestelijk verzorger werkzaam bij het opleidingscentrum van de marechaussee in Apeldoorn/Eefde.

Hij is nu 53. „Dat betekent dat ik over twee jaar functioneel leeftijdsontslag krijg.”

Gaat hij dan niets doen? Nee, lacht Van Eck. Zijn schrijflust is niet onbekend. Hij publiceerde onder meer ”Paulus en de koningen”: een studie over de ”humanitas” (menselijkheid) bij Calvijn; ”En toch beweegt Hij”, over de godsleer in de belijdenisgeschriften; ”Vonken van het licht. Op zoek naar sporen van Gods aanwezigheid”, en als laatste ”Uw partner in godsdienst. Leven met de islam” (2003).

Nu heeft dr. Van Eck vier weken vakantie. „Ik heb vanmorgen vanaf zeven uur gewerkt aan mijn commentaar op de Kolossensenbrief”, zegt hij aan het begin van het gesprek. Dr. Van Eck schreef al een commentaar op het boek Handelingen, in de serie Commentaar op het Nieuwe Testament, en nu volgt op verzoek van prof. Van Bruggen de Kolossensenbrief.

Toevluchtsoord
Van de befaamde legerpredikant ds. J. J. Poort heeft Van Eck overgenomen dat geestelijke verzorging is: praten over algemene onderwerpen in een christelijke sfeer. „Mensen moeten ontspannen hun eigen leven kunnen vertellen. Je probeert de dingen die je hoort vanuit je eigen geloof te belichten. Iets willen opdringen heeft geen zin.”

Op zijn afdeling heeft Van Eck een stiltecentrum ingericht, met een Bijbel, een Koran en een paar religieuze symbolen. „Niet omdat ik alles hetzelfde vind, maar een gesprek over geloof kan alleen plaatsvinden als men vertrekt vanuit respect en ruimte voor de ander. De ruimte is er voor iedereen, ook voor niet-gelovigen, als ze bijvoorbeeld een dramatische gebeurtenis willen verwerken.”

De Edese legerpredikant heeft meestal een zeer gevarieerd publiek onder zijn gehoor. „Er zitten altijd een paar moslims bij. Slechts een enkeling is nog kerkelijk meelevend. Bidden voor en na het eten zie je voornamelijk bij Surinamers of Antillianen. Het kerkelijke plaatje is in de 25 jaar helemaal verschoten.”

Maar er wordt wel onbevangener over kerk en geloof gesproken dan vroeger, vindt dr. Van Eck. „Eén ding is zeker: de kerk als instituut is in de afgelopen 25 jaar verder weg geraakt dan ooit. In plaats daarvan is een grotere kwetsbaarheid gekomen omdat men geen enkele kennis en basis meer heeft. De grote overtuigingen zijn weggevallen. Daar is niets voor in de plaats gekomen.”

Van Eck neemt wel veel behoefte aan gesprek waar. „Pas zei iemand tijdens een oefening: „Kom, we gaan gezellig bij de dominee zitten.” Dat wijst erop dat jouw aanwezigheid een gevoel van geborgenheid geeft. Ik merk een groeiende openheid naar God. Een zoeken ook naar houvast en richting. Dat probeer ik te honoreren. Ik hoop dat zulke mensen met hun verlangen nog eens een thuis zullen vinden in de kerk. Dieper eigenlijk: bij Jezus.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer