Bezwaarschrift ingediend tegen zegenen homorelaties PKN
WOUDENBERG - De scriba van de algemene kerkenraad van Woudenberg, A. W. de Ronde, heeft een gravamen (bezwaarschrift) ingediend tegen ordinantie 5.4 van de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. In dit artikel wordt ruimte geschapen voor het zegenen van niet-huwelijkse relaties.
Dat bevestigde De Ronde dinsdagmorgen desgevraagd. Hij hoopt met zijn bezwaarschrift te bereiken dat dit onderdeel van de kerkorde geschrapt wordt.„Ik heb al veel eerder, in de Hervormde Kerk, een gravamen ingediend tegen een synodale uitspraak dat homofielen in hun geaardheid en in hun leefwijze ten volle aanvaard moeten worden in onze kerk”, aldus De Ronde. „Dat bezwaarschrift is destijds niet in behandeling genomen, omdat het hier niet zou gaan om een belijdend spreken van de kerk.
Toen de hervormde synode de kerkorde van de Protestantse Kerk goedgekeurde, en dus ook dit artikel 5.4, heb ik via de kerkenraad en de classis opnieuw een gravamen ingediend. Over dat bezwaarschrift spreken we nu.”
Volgens De Ronde probeerde de provinciale kerkvergadering (PKV) van de Hervormde Kerk destijds het ingediende gravamen van tafel te krijgen. „Maar omdat er tijdens de laatste vergadering van de PKV, waarin over dit gravamen beslist moest worden, geen quorum (minimaal vereist aantal afgevaardigden; red.) was, werd het automatisch doorgestuurd naar de synode van de PKN. Dat heb ik destijds zeer bijzonder gevonden.”
Inmiddels is er een synodale commissie ingesteld die bekijkt of het gravamen zich inderdaad richt tegen een belijdende uitspraak van de kerk. „Er is mij ooit verteld dat alles wat in de kerkorde staat belijdend spreken van de kerk is. En dan hoort dit er zeker bij.”
In juni wordt De Ronde gehoord door de commissie. „Ik zie dat gesprek met vertrouwen tegemoet, omdat ik ervan overtuigd ben dat deze ordinantie in onze kerkorde in strijd is met de Heilige Schrift.”
Dr. C. van Sliedregt, afgevaardigde naar de generale synode van de PKN namens de classis Harderwijk, stelde het synodebestuur vorige week vragen over het zegenen van niet-huwelijkse relaties. „Jongeren die in de gemeente Nunspeet/Hulshorst de belijdeniscatechisatie volgden, vroegen zich verbaasd af hoe het zegenen van deze relaties in onze kerk mogelijk kon zijn”, zei hij vanmorgen in een toelichting. „Ik heb toen aan het moderamen van de synode gevraagd of ze de Raad van Advies voor het Gereformeerd Belijden (RAGB) wilden laten kijken naar in het nieuwe Dienstboek opgenomen formulieren die een orde van dienst bieden voor het zegenen van deze relaties. Omdat dit dienstboek een proeve is, kunnen daartegen bezwaren worden ingediend bij een speciale werkgroep, zo zei dr. B. Plaisier mij toen.
Dus hebben wij de vragen doorgestuurd naar deze werkgroep en ik heb ze ook doorgestuurd aan de RAGB, omdat ik weet dat dit breder leeft in de kerk, zeker ook onder jongeren. Natuurlijk heeft dit alles te maken met ordinantie 5.4 in de kerkorde.”
De Nunspeetse predikant is blij dat de problematiek nu waarschijnlijk weer op de synode komt door het gravamen van De Ronde. „Ik heb begrepen dat eerst nog bekeken moet worden of het inderdaad een gravamen is. Maar ook al zou het dat formeel gezien niet zijn, dan nog mag de problematiek daarmee niet van tafel verdwijnen.
Ik herinner me dat toen ik in de jaren zeventig afgevaardigde was naar de classis Brielle van de Hervormde Kerk deze zaken ook al speelden. De discussie wordt in de kerk immers al enkele decennia gevoerd.
We hebben het hier over een kwestie waar we zeer behoedzaam mee om moeten gaan, dat wil ik vooraf stellen. Dit vergt pastoraal gezien uiterste zorgvuldigheid. Maar dat komt niet in mindering op het feit dat ook deze ordinantie inhoudelijk aan de Bijbel getoetst moet worden. Gods Woord moet in onze kerk in alle zaken het laatste woord hebben.”