Buitenland

Vijftien maanden oud en nog maar 5 kilo zwaar

Huilend en spartelend hangt het spiernaakte babytje aan de haak. Grote bruine ogen kijken angstig naar de hulpverleners. Broodmagere beentjes bungelen uit de blauwe weegbroek. De ribben steken bijna door het donkere vel heen. Vijftien maanden oud en nog maar 5 kilo zwaar. De honger eist een zware tol in Angola.

Mr. Richard Donk
5 July 2002 21:57Gewijzigd op 13 November 2020 23:40
MALANGE - Elke morgen worden ondervoede kinderen in het voedingscentrum van Artsen zonder Grenzen in de Angolese stad Malange gewogen. - Foto RD, Henk Visscher
MALANGE - Elke morgen worden ondervoede kinderen in het voedingscentrum van Artsen zonder Grenzen in de Angolese stad Malange gewogen. - Foto RD, Henk Visscher

Het voedingscentrum van de Nederlandse afdeling van Artsen zonder Grenzen in de Angolese stad Malange is tijdens de Portugese gloriedagen ooit een bioscoop geweest. Na veertig jaar burgeroorlog resteert alleen het witte scherm nog. De muren zijn doorzeefd met kogels. Waar eens rijen stoelen voor de toeschouwers stonden, liggen nu tientallen rieten matjes op de grond - geïmproviseerde slaapplaatsen voor de vele vrouwen en kinderen die voor de ernstige hongersnood in het land op de vlucht zijn geslagen.

Velen hebben dagenlang gelopen voor ze in regeringskampen of door hulpverleners werden opgevangen. Alleen de sterken hebben het gehaald; de zwakken zijn onderweg gestorven. Naar alle waarschijnlijkheid zwerven nog steeds duizenden Angolezen rond in de ondoordringbare bush, op zoek naar voedsel. Slechte wegen, rondtrekkende ex-rebellen en duizenden mijnen maken het bijna onmogelijk deze groepen te bereiken.

Hulporganisaties werken momenteel uit alle macht om de slachtoffers van de hongersnood de helpende hand te bieden. Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties distribueert op grote schaal voedsel, terwijl andere humanitaire instanties zich over vluchtelingen ontfermen en medische hulp verlenen. Artsen zonder Grenzen heeft in allerijl extra personeel opgeroepen en een groot aantal therapeutische voedingscentra in verschillende delen van Angola opgezet.

Elke morgen, tussen zeven en negen, worden alle kleine kinderen in het voedingscentrum in Malange gewogen. Een ouderwetse weegschaal hangt aan een lang touw, dat aan het plafond is bevestigd. Medewerkers van Artsen zonder Grenzen stoppen de ernstig ondervoede Angolezen in een soort luierbroek, die vervolgens aan de basculehaak wordt bevestigd. Nauwkeurig houden ze het gewicht van de kinderen bij. Zo nodig verstrekken ze extra voeding, vitamines of medicamenten.

Niet bij alle kinderen is het vel over been. Sommigen zien er voor het oog gezond uit: dikke buik, stevige armen. Maar schijn bedriegt. Het is slechts het vocht van het hongeroedeem dat hun lijfjes heeft doen opzwellen. Na een aantal dagen voedselhulp schrompelen de lichamen in elkaar en steken de botten bijna door de huid heen.

Door het wekenlange voedselgebrek is bovendien de weerstand van de kinderen enorm afgenomen, waardoor ze vatbaar zijn voor infecties en andere aandoeningen. Het aantal tbc-patiënten is onrustbarend gestegen, maar ook ziektes als malaria en longontsteking eisen hun tol.

Maar het belangrijkste bewijs dat er iets met deze kinderen aan de hand is, is misschien het feit dat ze niet spelen. De meesten zitten maar stilletjes op hun matjes voor zich uit te staren en hebben geen zin om te ravotten. En dat is bepaald niets voor kinderen.

Dit is het tweede artikel in een serie over hongerend Afrika. Het eerste deel verscheen 4 juli.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer