Het onderscheid tussen twee soorten predikanten, met een verschillende opleiding en met onderscheiden bevoegdheden, moest in de kerkorde worden verankerd. „Anders is een proponent die de opleiding predikant-geestelijk verzorger heeft gevolgd en colloquium heeft gedaan, zonder beperking beroepbaar tot predikant in een gemeente”, aldus het wijzigingsvoorstel.Alleen degene die de opleiding tot predikant heeft voltooid en als zodanig beroepbaar is gesteld, is nu beroepbaar tot predikant voor gewone werkzaamheden. Hetzelfde geldt voor de predikant-geestelijk verzorger.

Tot dusverre is in de PKN sprake van een ongedeeld predikantschap. Wie gemeentepredikant is, kan overstappen naar het predikantschap in bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Ook omgekeerd kan een ziekenhuispredikant ervoor kiezen gemeentepredikant te worden.