Werken aan de komst van zalm
BILTHOVEN - Met de aanleg van honderden vispassages hoopt Sportvisserij Nederland over tien jaar de zalm naar de Hollandse rivieren te halen. Zaterdag geven tien waterschappen in samenwerking met de landelijke belangenorganisatie een kijkje achter de schermen van zo’n zestien vispassages.
Het gaat goed met de vismigratie van Noordzeekust tot Ruhrgebied. Daarna houdt het op. Het woord vispassage is blijkbaar nog niet vertaald in het Duits en bovendien bevinden zich in de Duitse rivieren diverse waterkrachtcentrales, waarvan de schoepen werken als een soort vleesmolen. Het resultaat mag duidelijk zijn.Wat dat betreft is Nederland een stuk visvriendelijker, vertelt ecoloog Toine Aarts van Sportvisserij Nederland. De landelijke sportvisorganisatie is ontstaan na een fusie van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij (OVB) en de Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties (NVVS). „De neuzen staan dezelfde richting uit. Vismigratie heeft nog nooit zo in de belangstelling gestaan als nu.”
Maar niet alleen met zalm en zeeforel gaat het goed, ook andere vissoorten profiteren optimaal van de extra leefruimte die hun wordt geboden. Onbelemmerd kunnen ze stroomopwaarts zwemmen, niet meer gehinderd door stuwen en sluizen. Dankzij vernuftige omleidingen passeren ze ieder object zonder al te veel problemen. En de komende jaren komen er nog honderden vispassages bij.
„Als vissen niet kunnen reizen, heeft kwaliteitsverbetering van het water voor hen ook geen zin”, vindt Aarts. „De combinatie van betere waterkwaliteit en het verruimen van de leefgebieden zorgt voor meer vissoorten in de Nederlandse wateren. Eigenlijk profiteren alle vissen daarvan, omdat hierdoor meer paaiplaatsen bereikbaar worden.”
De resultaten zijn op de voet te volgen, mede dankzij transponders die in gevangen vissen worden geplaatst. Op 31 plaatsen in de rivieren zijn kabels gelegd waar de trekkende vis met zijn transponder wordt gesignaleerd. Daarnaast worden er steeds meer zeldzame soorten als zalm, zeeforel en winde gevangen door met name beroepsvissers. Een duidelijk teken dat deze vissen ieder jaar in aantallen toenemen.
De sportvisbioloog is optimistisch. „Ik verwacht dat zeeforel over tien jaar massaal voorkomt in onze rivieren. Met de zalm zal dat wat lastiger zijn. Die paait op een steenachtige bodem en heeft snelstromend water nodig. Nederland is daarvoor te vlak. Zolang Duitsland stuwen en sluizen niet aanpast, zal de zalm zich niet of nauwelijks kunnen voortplanten.”
Nederland loopt voorop als het gaat om het verwijderen van hindernissen voor trekkende vis, waaronder de commercieel interessante paling. Maar ook in onderzoek naar vismigratie wordt veel geld gestoken. Behalve waterschappen en Sportvisserij Nederland zijn er tal van andere instanties die zich daar mee bezig houden. Vandaar ook dat sportvisserij en natuurorganisaties de laatste tijd hun handen ineen hebben geslagen als het gaat om de verbetering van de visstand en alles wat daar mee samenhangt. „We hebben voor 80 procent dezelfde doelstelling. Daarnaast hebben we een enorme achterban. En dat is natuurlijk ook niet onbelangrijk”, verklaart Aarts de omslag in het denken over sportvisserij bij de natuurclubs. „Vergeet ook niet dat we veel doen aan opleiding van jeugd, zodat ze leren op een fatsoenlijke wijze met vis om te gaan.”