Parmalat deed deze betalingen voorafgaand aan de surseance die in december 2003 werd aangevraagd als gevolg van boekhoudfraude.Het hof schoof met het vonnis de bezwaren van de banken terzijde. Zij vinden dat de claims van Parmalat niet zijn gerechtvaardigd omdat ze niet voor de schuldeisers, maar voor het concern zelf zijn bestemd. Tegen het vonnis kan geen beroep worden aangetekend.

Parmalat beschuldigt de banken ervan dat zij op de hoogte waren van de fraude op het moment dat zij voor 7 miljard euro aan obligaties van Parmalat uitschreven. Volgens een nieuwe wet in Italië mag een bedrijf betalingen aan banken in de periode voor een faillissement terugeisen als het vermoeden bestaat dat de bankiers op de hoogte waren van financiële problemen bij het bedrijf. Parmalat heeft 76 claims ingediend bij banken als UniCredito, UBS en HSBC. De banken hebben altijd ontkend iets verkeerd te hebben gedaan.

Parmalat moest eind 2003 uitstel van betaling aanvragen nadat een gat in de boekhouding was ontdekt van 14,3 miljard euro. Daardoor verloren tienduizenden, voornamelijk kleine beleggers, hun geld. Het was de grootste fraudezaak in Europa ooit.