Opinie

Internationale gemeenschap moet zich mengen in kwestie Papoea

Het gevaar van gewelddadige confrontaties tussen de Papoea’s en de Indonesische regering neemt toe. Geen enkel land zet zich echter actief in om de dialoog tussen Jakarta en West-Papoea te bevorderen, zegt Evelien van den Broek.

4 April 2006 11:29Gewijzigd op 14 November 2020 03:37

Op 16 maart moest de mobiele brigade (Brimob) van de Indonesische politie ingrijpen tijdens de derde dag van een wegblokkade tussen de universiteitsstad Abepura en Jayapura, de hoofdstad van de Indonesische provincie Papoea. De protesterende jongeren eisten sluiting van de goud- en kopermijn van het Amerikaanse bedrijf Freeport McMoRan en terugtrekking van de Indonesische veiligheidstroepen uit Papoea.De botsing tussen de studenten en de Brimob resulteerde in de dood van drie Brimobofficieren en een luchtmachtofficier en tientallen gewonden, onder wie studenten met schotwonden. De Indonesische overheidsdienaren waren met bruut geweld doodgeslagen door jongeren die handelden uit blinde woede nadat de Brimob op de menigte had geschoten.

Na het gewelddadige treffen voerde de Brimob razzia’s uit in de straten van Jayapura, drong huizen binnen van studenten uit het bergland en arresteerde tientallen mensen. De jacht op mensen uit het bergland gaat door en extra troepen zijn naar Papoea gestuurd. Honderden studenten zijn de heuvels rond Abepura in gevlucht uit angst voor wraakacties van de Indonesische veiligheidstroepen.

Onderdrukking
Is deze uitbarsting van geweld het begin van een nieuwe, gewelddadige fase in het verzet van de Papoea’s tegen de Indonesische onderdrukking en achterstelling? Een sterk Papoealeiderschap heeft de afgelopen jaren, ondanks het onveranderd onderdrukkende karakter van het optreden van de Indonesische veiligheidstroepen, kunnen voorkomen dat demonstraties uitliepen op gewelddadige confrontaties. Toen door het leger gesteunde milities in 2000 en 2001 christelijke kerken in brand staken, trokken leden van het presidium van de Papoearaad naar de dorpen om mensen ertoe te bewegen zich niet te laten uitdagen tot een religieus conflict.

De massale protesten en eerbetuigingen aan de door Indonesische troepen vermoorde presidiumvoorzitter They Eluay in november 2001 verliepen vreedzaam. Tot aan de laatste massademonstratie tegen de speciale autonomie, afgelopen augustus, waarbij 15.000 tot 20.000 betogers meeliepen, wisten de Papoealeiders ieder geweld te voorkomen.

Maar Jakarta stuurt bewust aan op de conflictroute, door de consequente roep om een open en vreedzame dialoog met de Papoea’s te negeren. De secretaris-generaal van het presidium, Thaha al-Hamid, heeft afgelopen november tijdens een spreekbeurt in Nederland verklaard: „De Papoea’s eisen het recht op leven, economische en sociale rechten, en ruimte en tijd voor een dialoog. De dialoog kan niet zonder bemoeienis van de internationale wereld. West-Papoea is niet alleen een kwestie van de Papoea’s en Jakarta, maar ook van de Verenigde Naties, Nederland en de VS.”

Tijdens hun onvermoeibare internationale tocht langs vele ministeries, parlementsleden en commissies hebben de presidiumleden aandacht en welwillendheid ontmoet voor het streven naar een open dialoog. Maar geen enkel land zet zich actief in om de roep voor een dialoog tussen Jakarta en de Papoea’s openlijk te bevorderen, bang als ze zijn voor de lange tenen van Jakarta, dat elke bemoeienis met de problematiek van West-Papoea ziet als steun voor afscheiding van de roerige provincie.

Kanaliseren
Met name de jongeren in West-Papoea verliezen hun geduld en vertrouwen in het leiderschap, omdat er geen zichtbare resultaten zouden zijn van de gekozen vreedzame strategie. Hun woede en frustratie over de voortdurende onderdrukking en achterstelling uit zich in acties waarbij geen ruimte is voor een compromis. Ze erkennen geen enkel leiderschap en daardoor neemt het gevaar van gewelddadige confrontaties toe.

Als de internationale gemeenschap serieus bezig wil zijn in het bevorderen van goed bestuur, democratie, vrede en veiligheid, dan zal ze zich ook in moeten laten met politieke organisaties en deze wellicht ook moeten promoten, zodat een verantwoord leiderschap de emoties op een constructieve manier kan kanaliseren en een escalatie van geweld kan voorkomen.

Deze maand antwoordde minister Bot (Buitenlandse Zaken) op Kamervragen dat Nederland „op bilaterale basis nadrukkelijk streeft naar samenwerking met de Indonesische autoriteiten ter verbetering van de sociaaleconomische situatie in Papoea.”

Tegelijkertijd zou hij ook nadrukkelijk moeten streven naar samenwerking met de provinciale autoriteiten in Papoea (DPRP en MRP) en met politieke organisaties als het presidium van de Papoearaad.

De auteur is coördinator van de Stichting Papoea Lobby, die de dialoog tussen de Indonesische overheid en West-Papoea wil bevorderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer