Op 15 juni woedde ’s nachts brand in het Surinaamse gebedshuis aan de Aleidisstraat. Enkele weken later hield de politie de 31-jarige Rotterdammer B. van der K. aan, een bekende in rechtse kringen.Tijdens een uitzending van het tv-programma Opsporing Verzocht waren beelden te zien die in de nacht van de brand zijn gemaakt door een bewakingscamera. Kijkers herkenden Van der K. als de fietser, met op de bagagedrager vermoedelijk een jerrycan. Ook bij onderzoek van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) kwam zijn naam naar voren.

Volgens zijn advocaat P. Plasman heeft justitie geen grond voor de zaak. Ten eerste heeft het OM volgens Plasman geen harde bewijzen dat de man op de fiets met de opvallende muts Van der K. daadwerkelijk is. Vervolgens wil dat niet zeggen dat deze fietser de moskee ook heeft aangestoken, stelt de advocaat.

Bovendien staat volgens hem niet vast of de dader dat alleen zou hebben gedaan. Plasman vraagt dan ook om vrijspraak.

De verdachte zelf ontkent iets met de brand te maken te hebben. Hij beriep zich maandag tijdens de rechtszitting telkens op zijn zwijgrecht. Zijn laatste woord pakte hij wel mee. „Het is speculatie, niets anders dan speculatie”, liet hij de rechtbank weten.

Het OM denkt daar anders over. Verschillende getuigen hebben onder meer Van der K. met grote zekerheid herkend op de televisiebeelden, aldus de officier van justitie. Tegen een getuige zou hij de brand hebben opgebiecht. Zijn fiets vertoont gelijkenissen met die op de camerabeelden en enkele bekenden herkenden zijn handschrift in de leuzen die op de muur van de uitgebrande moskee waren gekalkt.

De rechtbank doet 13 april uitspraak.