Formatiedebat
Het was iets nieuws, dat debat donderdag in de Tweede Kamer over de stand van zaken bij de kabinetsformatie. Woordvoerders van de verschillende partijen konden de informateur en zijn gesprekspartners aan de tand voelen over het bereikte akkoord.Veel leverde het debat niet op. De partijen die buiten de formatie gebleven waren, konden wel hun gram uiten over allerlei punten, maar moesten er niet op rekenen dat zij alsnog wijzigingen en aanvullingen in het regeerakkoord konden aanbrengen.
Alle ingediende moties werden weggestemd. Bij de motie-Van der Vlies over de positie van gewetensbezwaarde ambtenaren scheelde het maar een stem. En dat kwam door de absentie van een aantal LPF-kamerleden, die liever aan de bar zaten dan op hun kamerzetel. Jammer.
Voor het overige heeft de kabinetsformatie tot dusver een heel traditioneel verloop gehad. De informateur sprak zelf van een saaie formatie. Maar, zo zei hij terecht, het zorgen voor spektakel vormde geen onderdeel van mijn opdracht.
Na de dramatisch verlopen verkiezingscampagne en de schokkende uitslag van de verkiezingen was het algauw duidelijk in welke richting de formatie moest gaan. Ook binnen de partijen was niet veel discussie nodig over de vraag wie met wie in zee zou gaan. Vervolgens is zes weken lang in een tamelijk ontspannen sfeer gewerkt aan een akkoord waarin een groot aantal punten zijn vastgelegd.
Ook onder het nieuwe kabinet hoeft men niet te rekenen op een dualistische verhouding tussen regering en parlement. De regeringsfracties weten zich gebonden aan het regeerakkoord. En tegen de tijd dat ze zich daar niet meer aan gebonden voelen, zou het einde van het kabinet wel eens nabij kunnen zijn.
Daarbij is de grote vraag hoe de LPF-fractie zich opstelt. Kan Balkenende als premier straks op hen rekenen of zal hun stemgedrag door zijn onvoorspelbaarheid het kabinet algauw in problemen brengen?
De conflicten in de achterban van de LPF waren de laatste dagen groter nieuws dan de kabinetsformatie zelf. De fractie dreigde zelfs met de partij te breken. Zo’n merkwaardige situatie hebben we tijdens een kabinetsformatie nooit eerder meegemaakt.
Als Fortuyn nog geleefd had, was van een dergelijke bestuurscrisis in de LPF geen sprake geweest. Ook zou deze partij de formatie meer naar zich toegetrokken hebben. Nu was Herben in feite geen partij voor Zalm en Balkenende, al hadden beiden er ook geen belang bij om deze nieuweling in de politiek flink te beschadigen. Ze waren immers op hem aangewezen.
Zalm kon niet nalaten om in het kamerdebat te beklemtonen dat de VVD op veel punten haar zin gekregen heeft. De VVD mag dan bij de verkiezingen flink verloren hebben, de glorieuze entree van Fortuyn in de politiek betekende wel een ruk naar rechts. De VVD vindt daardoor in en buiten het parlement meer weerklank voor haar ideeën
Op bepaalde punten is dat niet verkeerd (veiligheid, allochtonen en WAO bijvoorbeeld) maar Balkenende moet er wel voor zorgen dat ook de inbreng van het CDA duidelijk is. Zeker op het terrein van de medische ethiek.