Voorspoed
Toen Jobs vrienden tegen hem twistten en beweerden dat hij een goddeloos mens was, omdat Gods toorn op zo’n zware wijze en zo lang op hem lag, gaf Job het antwoord in onze tekst aan hen. Indien dit een waarachtige leer is dat gij drijft dat God niemand geselt dan goddeloze mensen, hoe is het dan dat goddeloze mensen dikwijls zo zeer voorspoedig in de wereld zijn en overvloeien van werelds plezier en vermaak?
Job toont zijn vrienden dat de goddelozen voorspoedig kunnen zijn. Hij stelt daartegenover de zonde en de straf in het dertiende vers, want in een ogenblik dalen ze in het graf.Voor elk goddeloos mens heeft God de hel weggelegd. Hij geeft hem zo veel voorspoed om hem vet te mesten tot de dag der slachting. Ja, de goddelozen verachten de genade, want, staat er, wij hebben geen lust aan de kennis Uwer wegen. Zij verachten de middelen der genade met deze woorden: „Wijk van ons…”
Zij zouden wel tevreden zijn dat de Heere met Zijn instellingen van hen week. Ja, was er geen prediken, geen bidden, geen sabbat, geen teken van God onder hen, zij zouden er niet veel om geven. Dat blijkt uit de onheiligheid van hun leven en het zeggen tot God: Wijk van ons.
William Fenner, predikant te Rochford (”De rijkdom der genade”, 1736)