Verklaring vindt brede steun
De begin dit jaar gepubliceerde geloofsverklaring ”Dit geloven wij” vindt brede steun in de kerken, maar staat ook bloot aan kritiek. Opiniemaandblad CV.Koers legde de verklaring voor aan zo’n vijftig theologen, hoogleraren en opinieleiders uit het volle spectrum van orthodox-christelijk Nederland. Christenen uit verschillende tradities zetten hun handtekening onder de verklaring. Kritiek werd geuit op lacunes ten aanzien van onder meer het leerstuk van de verkiezing en de plaats van Israël.
De verklaring ”Dit geloven wij” wil de eenheid onder bijbelgetrouwe christenen -evangelisch en reformatorisch- bevorderen. De geloofsverklaring werd in 2000 gepubliceerd in de Verenigde Staten. Honderden christelijke leiders uit tal van denominaties betuigden hun steun en plaatsten er hun handtekening onder. Begin dit jaar werd de verklaring ook in Nederland gepubliceerd, maar de aandacht ervoor bleef tot nu toe bescheiden.
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, en een van de ondertekenaars, schrijft: „Je hart gaat sneller kloppen, als je deze verklaring inzake het Evangelie van Jezus Christus leest, een bijbelse uiteenzetting van wie God is en wat God doet (…). Deze verklaring lees ik als een lofzang op God, Die Zich de mensen bekendmaakt in Zijn liefde en in Zijn heiligheid. Wie Hij is, toonde Hij in Christus Jezus.”
Prof. dr. Patrick Nullens, hoogleraar aan de Evangelische Theologische Faculteit te Heverlee (België), vindt dat de verklaring een mooie basis geeft voor eenheid onder bijbelgetrouwe christenen. „Deze geloofsverklaring is een dankbare aanvulling op de nogal emotionele eenzijdigheid van de oecumene van het hart. Juist in een periode waar de klassieke verzoeningsleer onder druk staat, is dit een nuttige opfrissing van ons geheugen.”
„Ik vind dat er sprake is van een doorwrocht document, dat in eigen woorden voor de wereld van hier en nu oude schatten nieuwe glans geeft”, schrijft ir. Jan Lock, directeur van de reformatorische hulporganisatie Woord en Daad.
Niet iedereen is echter enthousiast. Dr. W. van Vlastuin, hervormd predikant te Katwijk aan Zee, vindt juist dat er op het punt van de verzoeningsleer te veel ontbreekt. „Het document werkt vanuit het Evangelie. Er wordt een belijdenis gedaan over eeuwige verlorenheid. Volgens mij komt dat uit de lucht vallen als schepping en zondeval niet veel uitdrukkelijker een plaats krijgen.” Ds. Van Vlastuin meent dat er onvoldoende aandacht is voor het werk van de Heilige Geest en de uitverkiezing.
Ook ir. B. J. van der Vlies, lijsttrekker van de SGP, zou „nadrukkelijker willen verwoorden het wonder van bekering, het zalig worden, het eenzijdige karakter van vrije genade en de worsteling die blijft met het zondige vlees.”
Nullens vindt „de calvinistische visie op redding nogal dominant.” „Alleen door geloof en genade, daarin zijn we één. Maar hoe werkt deze genade? Betekent het werkelijk dat de mens volledig passief is, volledig ondergaat?”
Ondanks bezwaren die Van der Vlies heeft, ziet de SGP-voorman het positieve: „Ik hoop dat velen zich in de essentie van de verklaring kunnen vinden. Dat zou grote winst zijn.”
Het meest gehoorde bezwaar betreft „de lengte en massiviteit van de tekst, gekoppeld aan de gebrekkige structuur” ervan. Ds. Van Vlastuin wijst erop dat de verklaring „helemaal niet actueel” is: „Moderne vragen worden niet beantwoord.” Ook die kritiek wordt door menig respondent gedeeld: ruim twintig keer wordt genoemd dat de verklaring verzuimt in te gaan op de actuele uitdagingen voor de kerk.
Ds. D. Ph. C. Looijen, directeur van de IZB, vindt de verklaring „inhoudelijk prima, onverdacht orthodox”, maar „wel erg saai en weinig verrassend.” Hij vindt dat er „te weinig aandacht is voor de werkelijk nood van de tijd in een sterk geseculariseerde Europese cultuur.” Drs. L. P. Dorenbos, directeur van stichting Schreeuw om Leven, mist in dat licht ook de praktische toepassing van het Evangelie.
Ook het aspect van de toekomstverwachting van de gemeente van Christus wordt meerdere malen onderbelicht bevonden. Feike ter Velde, hoofdredacteur van Het Zoeklicht, wijst daarnaast op het ontbreken van Israël in de verklaring: „Het is beschamend en verdrietig dat christenen van wereldfaam in hun geloofsverklaring geen goed woord weten te formuleren over de Joden en hun toekomst in het licht van de profetie.”