Dat blijkt uit een woensdagmorgen gepresenteerd onderzoek van het kenniscentrum Reklame Rakkers in samenwerking met de afdeling communicatiewetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen.De onderzoekers interviewden in een eerste fase 159 kinderen. Met veertien kinderen werd later dieper ingegaan op de materie.

De conclusies zijn in lijn met eerdere onderzoeken. Het kenniscentrum is daarom opnieuw van mening dat kinderen moet worden aangeleerd wat waar is en wat niet in media-uitingen. Reklame Rakkers richt zich op het ontwikkelen van educatieve diensten die daar een bijdrage aan leveren.

Vanaf een jaar of 12 slagen kinderen er pas in om onderscheid te maken tussen reclame en andere mediaboodschappen. Echter ook op uitingen die geen reclameboodschappen zijn, valt nogal wat af te dingen. Mediaproducenten maken zelf bewuste of onbewuste keuzes en dat beseffen kinderen niet voldoende.