In ”de Waarheidsvriend” die donderdag verscheen, legt het hoofdbestuur verantwoording af van dit besluit. Het triomoderamen heeft in de persoon van scriba dr. B. Plaisier in april aangekondigd dat het fusiebesluit van de drie SoW-kerken op 12 december 2003 wordt genomen. Het kerkbestuur wil met het oog hierop het komende seizoen op classicale vergaderingen, op gemeentebijeenkomsten en tijdens ontmoetingen van predikanten en andere ambtsdragers voorlichting geven. Het kerkbestuur is van plan leiding te gaan geven aan een proces van verdieping en verbreding van het SoW-proces.

Het is de bedoeling dat er vanuit de verschillende modaliteitsbewegingen initiatiefgroepen komen die als taak hebben „gemeenteleden herkenbaar toe te rusten.” In de wandelgangen worden ze ook wel propagandacommissies genoemd.

Het triomoderamen heeft aan de besturen van diverse modaliteitsorganisaties, waaronder de Gereformeerde Bond en de Confessionele Vereniging, gevraagd namen te noemen van personen die naar hun mening in staat én bereid zijn om in initiatiefgroepen plaats te nemen. Het triomoderamen heeft er, aldus het bericht in de Waarheidsvriend, op gewezen dat „van deze personen niet gevraagd zal worden het SoW-proces en de komende vereniging in al haar facetten volledig te onderschrijven.”

Het hoofdbestuur van de GB is desondanks tot de conclusie gekomen dat het niet op het verzoek van het kerkbestuur kan ingaan. „Het feit dat deelnemers in deze voorlichtingsgroepen de vereniging in al haar facetten niet volledig hoeven te onderschrijven, betekent dat zij in grote lijnen wel achter de vereniging moeten staan. Binnen die ruimte kan het hoofdbestuur zijn visie op de weg die de kerk momenteel gaat, onmogelijk kwijt.”

Het hoofdbestuur heeft het triomoderamen geantwoord: „Het gaat ons om eerlijke voorlichting. Dan kan en mag aan de gemeenten niet anders gezegd worden dan dat de voorliggende kerkorde -al erkennen we dat deze een belijdend karakter draagt- strijdig is met het gereformeerd belijden en dat een wezenlijk element eruit zelfs tegen de Heilige Schrift ingaat. De eerlijkheid gebiedt ons aan te geven dat we de gemeenten zouden misleiden, als we het anders zouden voorstellen.”

Het verzoek van het kerkbestuur heeft „te meer geschrijnd”, schrijft Vergunst, „als we kijken naar de wijze waarop het moderamen op 14 juni de bespreking van het unievoorstel ter synode heeft begeleid. Het is op formele gronden terzijde geschoven, zonder dat er een werkelijk gesprek over de motieven en intenties van de indieners is geweest.”

Ook het moderamen heeft, aldus de algemeen secretaris van de GB, ter synode niet getoond de vragen die op het grondvlak leven te begrijpen. „Op deze wijze worden spanningen voortdurend vergroot. Het gaat niet om het benoemen van de ruimte die er kerkordelijk is geschapen om conform de eigen identiteit in de verenigde kerk gestalte aan het gemeentelijke leven te geven, maar er is sprake van een grondig verschil van mening over de weg die de kerk belijdend in deze tijd dient te gaan.”

Het hoofdbestuur van de GB kon daarom niet anders dan zich distantiëren van de weg die het moderamen inslaat, zo deelt het in de Waarheidsvriend mee.

Tot dusver wil de GB als enige organisatie niet aan de voorlichtingsgroepen deelnemen. De Confessionele Vereniging staat niet bepaald te trappelen, zei voorzitter ds. J. ter Steege vanochtend desgevraagd, „maar er is wel een aantal leden bereid eraan mee te werken.” De terughoudendheid verklaart ds. Ter Steege uit de manier waarop de synode het unievoorstel heeft behandeld. Het Evangelisch Werkverband en het SoW-predikantenplatform ”Op goed gerucht” hebben laten weten wel mee te doen. Het Confessioneel Gereformeerd Beraad en de vrijzinnigen denken er nog over na, zegt dr. Plaisier.