Opinie

Kiezen

Simon Soesan schrijft naar aanleiding van de verkiezingen in Israël twee keer per week op deze pagina over zijn ervaringen rond de verkiezingsstrijd. Vandaag aflevering 7.

30 March 2006 08:44Gewijzigd op 14 November 2020 03:36

„We gaan lekker vroeg, dan zijn we weer weg voordat de grote meute komt”, zei Bassam door de telefoon. De dag van de verkiezingen is voor veel mensen in Israël een vrije dag, maar de winkels zijn open. Onze echtgenotes wilden graag naar het Scandinavische woonwarenhuis. Om kwart voor negen arriveerden we bij de winkel, waar een grote menigte stond te wachten.Bassam liet me opgewekt zijn tas zien. Hij had een aantal pita’s en andere etenswaren meegenomen. Ik keek bezorgd naar mijn 130 kilo wegende vriend. „Je weet maar nooit”, zei hij verontschuldigend.

Om tien voor negen begon de menigte te klagen. „Je vraagt je af waarom we moeten wachten.” „Wat een schandaal dat ze nog niet open zijn.” „Kunnen ze nou niet één keer per jaar aardig zijn en ons wat eerder binnenlaten?”

„Ik zal ze even opjutten”, fluisterde Bassam in mijn oor en voordat ik hem kon tegenhouden zei hij luid: „Ze mogen blij zijn dat we hier nog komen, want dankzij Netanyahu hebben we amper meer geld!” Dit verspreidde zich als een lopend vuurtje. „Je hebt helemaal gelijk! We zullen vandaag eens laten zien hoe we over hen denken!” riep een man. „Hoezo? Netanyahu is de koning van ons land en jullie moeten die man niet zo afkraken!” riep iemand anders.

Bassam keek me breed grijnzend aan toen de deuren opengingen. We hoefden geen moeite te doen, want de massa voerde ons de winkel in. Braaf liepen we achter onze vrouwen aan, die naar een keukentafel wilden kijken. „Mag jij lekker in elkaar zetten”, zei Bassam met leedvermaak. Hij kent de relatie die ik heb met de door deze winkel meegeleverde gebruiksaanwijzingen.

„Je zult vanavond wel zien dat Netanyahu weer premier wordt!” riep iemand achter ons. We keken om en zagen twee mannen verhit discussiëren op een bank die nog verkocht moest worden. Alsof ze thuis waren, kauwden ze zonnebloempitten en spuugden onbekommerd de schilletjes op de grond. Ik keek Bassam aan. „Daar ga jij vast iets over schrijven”, zei hij. Ik knikte.

Onze dames wenkten ons en gedwee liepen we naar hen toe. „Help eens kiezen”, zei Zjieda tegen ons. Ze wees naar drie tafels van verschillende grootte. Kritisch bekeken we de tafels. Dit zijn gevaarlijke verzoeken. Als onze vrouwen onze mening vragen en we zeggen per ongeluk iets wat niet overeenkomt met hun smaak, dan is onze dag verprutst.

„Tsja…”, zei ik peinzend en keek terloops naar mijn vriend. „Hmm, moeilijk…”, zei deze schuin naar mij kijkend. „Kunnen jullie niet eens kiezen?” vroeg mijn vrouw teleurgesteld. „Of zijn jullie bang?” vulde Zjieda aan.

Uiteraard was dit gesprek niet privé en kwamen er nieuwsgierigen omheen staan. Omdat men niet begreep waar het over ging, trok men eigen conclusies. „Kun je hier kiezen?” vroeg iemand. „Ik denk het wel!” riep een ander. „Hoezo hier?” vroeg nog iemand. „Waar wachten ze dan nog op?” hoorde ik een vierde vragen.

Ik keek de liefste vrouw ter wereld aan. Ze wachtte op een antwoord van mij. Ik keek goed en zag dat ze tegen een tafel aanleunde. „Die!” zei ik, en wees naar de desbetreffende tafel. „Ja, inderdaad, die”, zei mijn vriend er onmiddellijk achteraan. Mijn vrouw kneep haar ogen samen en keek me doordringend aan. De glimlach, die haar gezicht nog knapper maakte, zei alles en het gevaar was geweken.

Nadat we de doos met de onderdelen van de tafel in de auto hadden geladen, keek Bassam ons allemaal smachtend aan. „Heb je honger?” vroeg ik hem, alsof ik het antwoord niet al kende. Hij knikte enthousiast. „We kunnen hier kiezen uit oriëntaals, Chinees, Amerikaans, Italiaans en Frans”, zei ik.

„Kun je hier kiezen?” riep een voorbijganger. „Waar dan? Ik zie geen stemhokjes.” Ik schudde mijn hoofd en stapte in de auto. „Je moet nooit over keuzes praten op de dag van de verkiezingen”, merkte mijn vrouw op.

„Maar waar wil je nou eten?” vroeg ik haar. „Dat mag jij zeggen”, antwoordde ze met een lach. En dat heb ik gedaan ook, want ik mag niet elke dag kiezen. Zelfs niet op de dag van de verkiezingen.

Simon Soesan woont 33 jaar in Israël en heeft onlangs zijn boek ”Pita met hagelslag” gepubliceerd, over de sfeer van het dagelijkse leven in Israël.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer