Dertig dollar voor tour rond Enron door Houston
NEW YORK - Misdaad loont, soms tenminste, en dan op kleine schaal. Slechts 30 dollar vraagt Sandra Lord voor haar Enrontour door Houston in de Amerikaanse staat Texas.
Gewoonlijk leidt Lord toeristen langs Houstons architectonische wonderen, bekende begraafplaatsen en andere bezienswaardigheden. Maar nu twee voormalige topmannen van de failliete energiereus Enron terechtstaan in Houston, besloot Lord haar sightseeingaanbod te actualiseren. Zij leidt geïnteresseerden nu langs de megahuizen waarin Kenneth Lay, Jeffrey Skilling en Andrew Fastow woonden voordat hun miljardenfraude(s) ontmaskerd werden. Vervolgens leidt Lord haar toeristische gasten langs de gevangenis waarin de Enrontop werd ondervraagd en het gerechtsgebouw waarin zij nu terechtstaan.Andrew Fastow was de eerste Enronprominent die berecht werd. Hem wacht tien jaar gevangenisstraf, als hij tenminste meewerkt met justitie bij de berechting van zijn voormalige bazen Lay en Skilling. Fastow bracht het tot financieel directeur van Enron en hij was de architect van verschillende constructies die de verliezen van het schijnbaar zo succesvolle energiebedrijf voor de buitenwereld -en vooral voor investeerders- verborgen moesten houden. Dat lukte, totdat die constructies zo’n molensteen om Enrons hals werden dat het bedrijf in het moeras van list en bedrog wegzonk.
Sherron Watkins was een van de weinigen binnen de Enrontop die de bui zagen aankomen. In augustus 2001 waarschuwde zij topman Lay dat Enron „ten onder dreigt te gaan in een reeks van boekhoudschandalen.” Lay leek niet onder de indruk, maar verkocht intussen wel een groot deel van zijn Enronaandelen. Dat mochten gewone werknemers niet, met als gevolg dat zij het grootste deel van hun pensioen in rook zagen opgaan toen Enron in december 2001 om uitstel van betaling vroeg. Dat was het moment dat investeerders beseften dat zij (gezamenlijk) miljarden verloren hadden.
Wisten Skilling en Lay van al deze malversaties? „Absoluut”, zegt Fastow, nu een van de belangrijkste getuigen van justitie. Maar bij doorvragen door de advocaten van Lay en Skilling geeft hij toe dat hij niet zwart op wit kan bewijzen dat het tweetal op de hoogte was. Zijn beschuldigingen worden echter gesteund door de verklaringen van Watkins en andere ex-Enronmedewerkers, zoals voormalig accountant John Sult. De laatste beschreef hoe er „onder leiding van Skilling en met goedkeuring van Lay” geknoeid werd met de boeken.
De advocaten van Skilling en Lay proberen de geloofwaardigheid van de getuigen van justitie te ondermijnen. Voor de advocaten van Lay is dit nog maar een generale repetitie, want na dit proces wegens boekhoud- en beursfraude wacht de Enrongrondlegger een tweede proces wegens bankfraude. Beide heren kunnen rekenen op tientallen jaren gevangenisstraf, als zij veroordeeld worden voor de reeks aanklachten die hun advocaten nu proberen te ontzenuwen. Daarbij komt het erop aan in hoeverre zij erin slagen de juryleden van de onschuld van hun cliënten te overtuigen.
David Tonsall hoeft niet meer overtuigd te worden van de schuld van beide aangeklaagden. Hij werkte vijf jaar voor Enron en zijn vrouw Clarence werkte twee jaar voor het bedrijf. „Omdat wij maar betrekkelijk kort voor Enron gewerkt hebben, is de schade wat onze pensioenen betreft nog beperkt. Maar het gaat ons toch jaren kosten om dit Enrongat te dichten”, aldus Tonsall, die bij zijn nieuwe werkgever -Anheuser Busch- enkele vrije dagen heeft opgenomen om te zien hoe zijn voormalige topbazen zich voor de rechter verantwoorden.
Figuurlijk dan, want Lay en Skilling hebben de verdediging tot nu toe overgelaten aan hun advocaten. „Als je die hoort is hun strategie wel duidelijk; onschuldig, onschuldig en nog eens onschuldig. Het was allemaal het werk van frauduleuze ondergeschikten waar zij geen weet van hadden. Fantastisch, maar ik kan mij niet voorstellen dat de jury daar intrapt”, aldus Tonsall. Dat blijft echter afwachten. Juryleden zijn -formeel tenminste- onpartijdig en de schuld van beide aangeklaagden moet voor hen „boven elke twijfel verheven zijn.” En die laatste voorwaarde leidt in het Amerikaanse rechtssysteem nog wel eens tot verrassingen.