Binnenland

Peuteren aan de grenzen

Soms geeft ze de componist die haar psalmtekst op muziek zet een melodie-idee mee. Maar als hij zich daar niet aan houdt, is dat voor Liesbeth Goedbloed geen probleem. „Misschien neem ik mijn eigen mening niet serieus genoeg. Ik denk al snel: ik ben dichter, geen componist”, zegt de jongste berijmer van het Psalmen voor Nu-project, waarin de oude psalmen op moderne muziek worden gezet.

Mariëlle Buys
23 March 2006 10:04Gewijzigd op 14 November 2020 03:35

„Elke keer als ik een idee heb, blijkt de componist het beter te weten. Psalm 77 is aangrijpend. Daar hoort een dramatische melodie bij, dacht ik. Maar de componist kwam juist met iets rustigs. En ik moest toegeven, het maakte de tekst sterker.”Soms sneuvelen ook tekstpassages. „De ene componist gaat echt voor jouw tekst, de ander vraagt wel eens aanpassingen ter wille van de melodie.”

De oude taal van de berijming uit 1773 laat de dichter niet los, ook al moet ze in de psalmen hedendaags Nederlands gebruiken. „Die berijming is me dierbaar, daar ben ik mee opgegroeid. Ik probeer bepaalde zinswendingen terug te laten komen in mijn versies. Neem Psalm 103. „En gij, mijn ziel,/ loof gij Hem bovenal”, staat daar. Ik heb ervan gemaakt: „Maar jij, ziel,/ jij vooral.” Ik zet de Psalmen voor Nu graag in die traditie. Soms voel ik me binnen het team de ambassadeur van 1773.”

Anderzijds wil de psalmberijmer ook aansluiten bij haar 21e-eeuwse publiek. Psalm 14, waar -in de woordtaal van 1773- de dwaas zegt dat er geen God is, dichtte ze als: Voor jou zorgt niemand/ God is dood. „Dat is een heel moderne gedachte, dat God dood zou zijn.”

Psalmteksten berijmen is volgens Goedbloed makkelijker én moeilijker dan eigen gedichten maken. „Je weet waarover je moet schrijven, dat maakt het eenvoudiger. Maar normaal ben ik niet zo vormvast, waardoor het dichten tegelijkertijd ook weer moeilijker is.”

Als er in de brontekst bijvoorbeeld een refrein staat, moet die in de berijming terug te zien zijn. „Al puzzelend pas ik de tekst in de vorm. Ik moet aan de grenzen peuteren om de juiste betekenis erin te krijgen.”

In Psalm 94 is de rol van de vorm duidelijk te zien. „De dichter vraagt God om recht terwijl hem onrecht wordt aangedaan. Dat is zo veel, dat krijgt hij niet in één keer uit zijn mond. Ik kan dat goed begrijpen. Hij uit zich in hakkerige, afgekapte zinnen. Dat moet terugkomen in mijn tekst.”

De gebondenheid bij psalmberijmen aan de brontekst en, in latere fase, de ideeën van de componist, is volgens Goedbloed niet belemmerend vergeleken met vrij dichten. „Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar eigen gedichten schrijven is moeilijk omdat het zo vrij is en bestaande teksten berijmen is moeilijk omdat het zo onvrij is.”

Tijdens de Boekenweek komt dagelijks een schrijver of componist aan het woord over de wisselwerking tekst-muziek

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer