„We kunnen geen knopje omzetten”
YERSEKE - Het verbod om Ierse mosselen in de Oosterschelde uit te zaaien komt boven op de problemen waar de sector nu al mee kampt, vindt mosselkweker Jos van Damme. „Als de overheid ons meer ruimte geeft om mosselzaad in de Waddenzee te vangen, hebben we helemaal geen import nodig.”
De invoer van mosselen uit Ierland is een vorm van risicomanagement, vindt Jos van Damme. Hij is kweker en voorzitter van de mosselkwekers van Yerseke. „Vroeger vingen we mosselzaad van Texel tot Delfzijl. Nu vissen we nog in een heel klein gedeelte van de Waddenzee. Daardoor zijn we erg kwetsbaar. De mosselen uit Ierland vormen een welkome aanvulling.”De Waddenzee en de Oosterschelde brengen zelf onvoldoende mosselen voort voor de Zeeuwse mosselindustrie. Om die reden zaaien vissers onvolgroeide Ierse mosselen uit in de Oosterschelde. Wanneer de schelpdieren zijn volgroeid, vissen ze de mosselen op. De overheid gaf hier een vergunning voor. De Raad van State trok deze vergunning woensdag echter in.
Ook het verwateren ofwel het schoonspoelen van Ierse mosselen in de Oosterschelde is vanaf zaterdag verboden. De importeurs moeten eerst met wetenschappelijk onderzoek aantonen dat het uitzaaien van de vreemde mosselen geen schade toebrengt aan natuur en milieu.
Milieuorganisaties zijn bang dat met de Ierse mosselen ook vreemde planten en dieren in de Oosterschelde terechtkomen, die het ecosysteem zullen aantasten. „De Oosterschelde is absoluut niet meer wat ze is geweest”, erkent Van Damme. „Het ecologisch systeem is veranderd doordat vreemde organismen de Oosterschelde zijn binnengekomen. Een van de bekendste exoten is de Japanse oester. We komen nu dingen tegen die we vroeger nooit zagen.”
Trekt u daarmee het boetekleed aan?
„Nee, de vreemde organismen kunnen net zo goed in het ballastwater van schepen hebben gezeten. Verder deden wij niets onwettigs, we waren immers in het bezit van een vergunning.”
Betekent dit verbod het einde van de Zeeuwse mosselcultuur?
„Nee, dit probleem komt er extra bij, juist nu het erg moeilijk is door alle regelgeving uit Brussel. Dat maakt het besluit erg wrang. We zijn druk bezig om wetenschappelijk te bewijzen dat wij geen blijvende schade veroorzaken in de Waddenzee. Het inhuren van wetenschappers kost handenvol geld, jaarlijks tussen de 1 en de 2 miljoen euro. Als we het wetenschappelijke bewijs hebben, kan de overheid een ruimere vergunning afgeven. Tot die tijd kampen we met afnemende volumes. Met steeds minder mosselen moeten we steeds meer zaken financieren.”
Wie worden nu het hardst getroffen?
„Er zijn kwekers die hebben geïnvesteerd in Ierland. Deze ondernemers zijn het meest de dupe. Verder krijgen de handelaren klappen. Bij hen kunnen best eens banen gaan verdwijnen. Zij haalden mossels uit Ierland om hun fabrieken draaiende te houden. We moeten niet vergeten dat we van 1 miljoen mosselton in 1990 naar 500.000 ton in de afgelopen jaren zijn gegaan.”
Zijn er alternatieven voor de mosselsector?
„We zijn druk bezig met innovatieve projecten. Je werkt echter in de natuur, er is geen knopje dat we even kunnen omzetten. Als de overheid het visbeleid in de Waddenzee zou verruimen, dan was het importprobleem direct van de baan. Er zijn genoeg mossels die jaarlijks wegstormen, waar niemand wat mee doet.”
Wat merkt de mosselliefhebber van deze uitspraak?
„Ik kan me voorstellen dat de mossels op de Nederlandse en Belgische markt duurder worden. Als de vraag gelijk blijft, betekent minder aanbod automatisch een hogere prijs.”