Dat bleek dinsdag in Breda tijdens de eerste dag van het proces over het bedrijfsongeval in de centrale in Geertruidenberg.Een van de opgeroepen getuigen, ir. J. Huisman, steigerdeskundige en inspecteur voor de steigerbouw in Nederland, vond namelijk op foto’s en tekeningen van de ingestorte steiger enkele „onbegrijpelijke tekortkomingen.”

Zo zou de steiger te weinig diagonale standers (schoren) hebben bevat om hem recht te houden. Ook was op foto’s te zien dat bij het begin van de bouw al diagonale buizen waren doorgebogen, en men toch door is gegaan met bouwen. Het viel Huisman verder op dat er materialen zijn gebruikt van verschillende merken, wat de kwaliteit van de steiger zou verminderen.

Op 28 september 2003 kwamen vijf werknemers om het leven tijdens onderhoudswerkzaamheden aan een stoomketel van de centrale. Het ging om twee Amerikaanse lassers en drie Turkse gritspuiters. Vier verdachten staan in deze zaak terecht voor de rechtbank in Breda: drie bedrijven en de ontwerper van de steiger.

De officier van justitie H. Donker beschuldigde in de tenlastelegging de Belgische ontwerper M. S. van dood door schuld omdat hij een ondeugdelijke steigerconstructie zou hebben ontworpen. De constructie zou onvoldoende stevig zijn door het ontbreken van voldoende diagonalen, bovendien zou de steiger niet verankerd zijn geweest aan de ketel.

Ook de hoofdaannemer CMI Energy Services uit Bergen op Zoom wordt dood door schuld ten laste gelegd. Het bedrijf wordt verweten de coördinerende en begeleidende rol bij het ontwerp, bouw en de oplevering van de steiger onvoldoende te hebben uitgevoerd.