Het mes blijft in de buik
DEN HAAG - Wilders’ Partij voor de Vrijheid treedt in de voetsporen van wijlen Pim Fortuyn. Het programma biedt voor een aantal problemen oplossingen, maar sommige problemen blijven onbenoemd.
Wilders’ pleidooi om artikel 1 van de Grondwet te wijzigen, zal een storm van protest veroorzaken. Net als vier jaar geleden bij Pim Fortuyn. Het kostte hem het lijsttrekkerschap van Leefbaar Nederland en leidde tot de oprichting van de LPF.Het idee van Wilders hoeft niet direct in de prullenbak. Het pleidooi om de joods-christelijke en de humanistische traditie in artikel 1 van de Grondwet vast te leggen, betekent namelijk niet dat er volop ongerechtvaardigd onderscheid gemaakt mag worden. Dat wil Wilders ook niet, zo schrijft hij in het politiek programma ”Klare wijn”. De grondwetswijziging is bedoeld om het zelfbewustzijn van de Nederlanders te vergroten. Het kortzichtige hier-en-nudenken staat evenals het gelijkheidsdenken oplossingen voor problemen, zoals het integratievraagstuk, in de weg.
Toch kan Wilders het verwijt dat hij discrimineert, niet weerleggen. Het pleidooi om moslims bepaalde rechten en vrijheden niet te gunnen zo lang zij de spelregels van de Nederlandse rechtsstaat niet van harte accepteren, leidt tot verschillende behandeling. Bovendien is het moeilijk uit te voeren. Hoe valt te meten of de groep wel aan de eisen voldoet en wanneer komt het kantelpunt? Is het terecht als een deel van de moslims radicale opvattingen heeft, daar ook anderen voor te straffen? Het staat haaks op de huidige praktijk dat iedereen dezelfde rechten, plichten en vrijheden heeft en dat overtreding van regels zonder onderscheid des persoons leidt tot vervolging en straf.
Wilders maakt een scherpe, conservatieve analyse van de problemen waar de huidige samenleving mee kampt. Daarin is de invloed te herkennen van Bart Jan Spruyt, de voormalige directeur van de Burke Stichting, die sinds enkele maanden bij de Groep Wilders in dienst is. Zijn belezenheid is groot en dat blijkt uit de notitie die ten grondslag ligt aan het politiek programma: ”Een nieuw-realistische visie op samenleving en politiek”.
Het gebrek aan discipline, ingetogenheid, etiquette en fatsoen is een groot probleem in de samenleving. Dat de jaren zestig van de vorige eeuw daar een negatieve bijdrage aan leverden, staat als een paal boven water.
Het gaat Wilders niet alleen om vrijheid en zelfontplooiing, het gaat hem er ook om de menselijke natuur te vormen. De Partij voor de Vrijheid voert een pleidooi om „slechte eigenschappen te besnoeien, goede te stimuleren en de gedisciplineerde grootmoedigheid (thymos) bij te brengen, die de bron van alle deugden is.” Dat voert als het ware automatisch tot een pleidooi voor goed onderwijs en gezinspolitiek. Dat houdt Wilders dan ook.
Toch gaat het oud-VVD-Kamerlid aan een aantal zaken voorbij. In een analyse van de crisis in de huidige samenleving kunnen stevige uitspraken over de gevolgen van secularisatie en ontkerkelijking niet achterwege blijven. Ook de invloed van ranzige videoclips, vunzige reclame en zogenaamde kunstuitingen met een diepbeledigend karakter hebben hun invloed. Daarover spreekt Wilders, die vooral het goede van het liberalisme naar voren wil halen, niet.
De stukken die Wilders vandaag presenteerde, citeren met enige regelmaat oud-VVD-leider Bolkestein en zijn pleidooi om christelijke en humanistische tradities vast te leggen. Dat pleidooi heeft binnen de VVD geen gehoor gekregen. Bolkestein ging echter nog een stap verder. Hij achtte „een bezielend verband” nodig voor handhaving van waarden en normen in de samenleving. Hij trok echter niet de consequentie dat juist hiervoor kerken bij uitstek geschikt zijn. De samenleving blijft zo met het mes in de buik zitten.
Dat is het probleem van Wilders. Het belang van een kerk als drager van waarden en normen en als heraut van het heil, komt niet aan de orde. Het is logisch dat dan ook over belangrijke ethische kwesties zoals abortus en euthanasie geen enkele passage in het politiek programma voorkomt.
Het ligt helemaal in de lijn van Spuyt. Hij schreef al in zijn boekje ”De toekomst van de stad”: „Bij de noodzakelijke restauratie van onze democratische rechtsstaat kan het christelijk geloof niet de concrete leidraad zijn.”