Ons leven is met Christus verborgen in God. Wanneer u vraagt: Wanneer zijn Gods kinderen op hun best? dan is het antwoord: De Heere zij geprezen, het ergste is voorbij, het beste staat nog voor de deur. Zoals onze Zaligmaker tot Zijn discipelen zei, zo mogen wij ook tot de wereldse mensen zeggen: Het is hier mijn tijd nog niet, maar uw tijd is altijd bereid. Wij waren op zijn kwaadst vóór onze bekering. Toen was ons gehele leven een wandeling met de kinderen van de ongehoorzaamheid op de brede weg, die ter verdoemenis leidt. Ons beste deel begon op de dag van onze wedergeboorte, toen de Heere door Zijn Woord en Heilige Geest ons staande hield. Toen keerden wij naar huis met de verloren en boetvaardige zoon. Wij keerden terug naar ons vaders huisgezin. Dat was een dag van afzondering tussen ons en onze zonden. De Heere geve dat wij het eeuwig in dankbare herinnering houden.Laat ons dan niet verflauwen, noch denken dat wij de handen tevergeefs hebben uitgestrekt, totdat de Heere Zijn werk in ons heeft volbracht. De goddelozen zijn veel meer te beklagen. Laten zij eten, drinken en vrolijk zijn. Zij hebben hun hemel op aarde en hun troost in dit leven. O, wat tong is er die hun ellende kan uitdrukken? Zie hoe Samuël weende over Saul en Jeremia weende over zijn volk. Wat zouden wij dan bitter moeten klagen en wenen over hen die van de genade zijn vervreemd.

William Cowper, predikant te Perth (Al de theologische werken, 1650)