„Collegedeelname moet je verdienen”
ZWOLLE - Het geheim van succesvolle onderhandelingen voor een nieuw college van B en W? „De voorbereiding”, zegt de Overijsselse gedeputeerde Carry Abbenhues. Zelf nam ze als raadslid deel aan diverse onderhandelingsronden. „Het moet een partij gegund worden om deel te nemen aan een coalitie, maar die moet het ook verdienen.”
Haar bestuurlijke carrière maakt dat ze op het gebied van collegeonderhandelingen alles wel een keer heeft gezien. Abbenhues (55, PvdA), was raadslid, fractievoorzitter en wethouder in Meppel, burgemeester van Hattem en is sinds 2003 gedeputeerde van de provincie Overijssel. En passant haalde ze in datzelfde jaar haar doctoraal bestuurskunde. In haar scriptie ging ze onder meer in op de collegeonderhandelingen van 2002, die voor het eerst plaatshadden in het duale stelsel.Drie factoren zijn volgens de PvdA-politica van belang voor de richting die de collegeonderhandelingen opgaan. „Partijen moeten elkaar een plaats in de coalitie gunnen, maar je moet die ook verdienen. De onderlinge verhoudingen spelen daarbij een belangrijke rol. Daarnaast is de uitslag van grote invloed. Die bepaalt uiteindelijk de krachtsverhoudingen in de raad. Ten slotte gaat het erom wat partijen in de campagnes hebben geroepen. Als dat diametraal staat op elkaar zullen partijen er niet zo makkelijk uitkomen.”
Ook moet een onderhandelaar goed weten welke punten zijn partij wil verwezenlijken. Abbenhues: „Een goede voorbereiding is heel belangrijk. Weet wat jouw plannen kosten. Bedenk hoe andere partijen daarin staan. Overweeg welke kansen er zijn met iedere partij afzonderlijk.”
Abbenhues heeft de indruk dat nog wel eens wordt voorbijgegaan aan de menselijke factor bij de onderhandelingen. „Relaties kunnen gauw verstoren in die fase. Veel hangt af van de samenwerking in de voorgaande raadsperiode. Waren er betrouwbare partners, heb je samen dingen bereikt? Als er een partij niet meer terugkomt in het college heeft dat lang niet altijd te maken met de verkiezingsuitslag, maar vaak ook met verstoorde relaties.”
Helderheid naar elkaar toe is tijdens het hele proces een absolute must, meent Abbenhues. Ze ziet het direct meedelen door de grootste partij met wie ze in zee gaat als de „meest efficiënte en ook de meest prettige vorm. Meld wat je wilt en met wie.”
Is snelheid dus van belang?
„Niet snelheid, wel duidelijkheid. Neem de collegevorming in Goes. Als partijen weten dat ze toch niet in zee willen met de PvdA dan kun je met z’n allen aan tafel lang stommetje zitten spelen, maar haalt het niets uit.”
Hoe chic is het om de grootste partij te passeren?
„Wettelijk gesproken is er niets mis mee, maar het is toch wel een ongeschreven regel dat de grootste partij het voortouw neemt. Kijk maar weer naar Goes. De situatie daar is nu niet bepaald de meest aantrekkelijke om in te beginnen. Terwijl de raad nog vier jaar met elkaar verder moet. Iedereen kan nu al voorzien dat de sfeer de komende tijd ijzig is. De regels handhaven, ook de ongeschreven, is dus toch wel aan te raden.”
Bestaat het risico dat een bestaande coalitie al te klakkeloos wil doorregeren?
„Je zou het veronderstellen, maar dat is geen automatisme. Bij alle partijen is aan de verkiezingen een campagne voorafgegaan. Daarin worden politieke standpunten van partijen wel geventileerd. Dat heeft zijn weerslag op de coalitiebesprekingen. Bovendien spelen de onderhandelingen zich vaak in de openbaarheid af. De media houden politici ook alert op de vraag: Wat betekent de uitslag voor mijn partij.”
Kan collegevorming zonder achterkamertjespolitiek?
„Ik denk dat daar niet aan te ontkomen is. Zelfs al hebben alle onderhandelingen plaats in de openbaarheid, toch worden in de beslotenheid beslissingen genomen. Toen ik onderzoek deed voor mijn scriptie bleek dat zelfs in plaatsen waar alles in het openbaar verloopt, dergelijke afspraken worden gemaakt over de te kiezen lijn. Er hoort bij collegeonderhandelingen een soort ruilsysteem. Dat kan niet anders. Partijen sluiten compromissen. Dat moet soms worden voorgekookt.”
En dan komt er als compromis een college met een hele batterij wethouders…
„Als je vindt dat het college zakelijk, effectief en efficiënt moet zijn, dan zijn drie of vier fulltime wethouders in de meeste gemeenten meer dan genoeg. Maar daar heb je het: door het sluiten van compromissen komt dat wel eens anders uit. Wanneer de ene partij beduidend groter is dan de ander, wil men dat vaak vertaald zien in het aantal wethouderszetels.”
Wat vindt u een schoolvoorbeeld van goede onderhandelingen?
„Rotterdam, vier jaar geleden. Toen heeft onderhandelaar Rinus van Schendelen het hele proces op uitstekende wijze begeleid. Hij was in staat het programma te ordenen en te structureren. Petje af daarvoor.”