„Bezinning nodig op spreken van de Geest”
KAMPEN - Bezinning op het onmiddellijk spreken van de Heilige Geest is hoognodig, vindt de Zwolse gereformeerd vrijgemaakte studentenpastor drs. Ph. Troost. „Dat kan als we het sola Scriptura niet opvatten als een ontkenning van bijzondere openbaringen buiten de Schrift, maar als een uitspraak over de positie van de bijzondere openbaringen ten opzichte van het geschreven Woord.”
Drs. Troost was vrijdag in Kampen een van de sprekers op het tweedaagse congres ”Levend Water” over het werk van de Heilige Geest, georganiseerd door de Theologische Universiteit Kampen (TUK) van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. In een duolezing met de vrijgemaakte Zeister predikant dr. E. A. de Boer sprak hij over de dynamiek van de Heilige Geest in de menselijke werkelijkheid. Leidende vraag was op welke vlakken het werk van de Geest in de mens is te zien.Kern van de gereformeerde spiritualiteit is ontvankelijkheid, stelde drs. Troost. „Ontvankelijkheid is de bereidheid en het vermogen om Christus werkelijk te ontvangen in de diepte en concreetheid van ons menselijk bestaan.” Hij pleitte daarom voor „eerherstel” van de menselijke wil. „Geen vrije wil, maar een wil die in beweging is gezet door de Heilige Geest. Eenmaal in beweging gebracht, werkt die ook zelf.”
Dr. De Boer benadrukte dat de toegang tot de leer van de Heilige Geest alleen is te vinden in de Zoon, in Jezus Christus. „Hoogtepunt voor mij is het moment dat Jezus gezalfd wordt in de doop en met de Geest. Hij is mens geworden en, als Profeet, had Hij de Geest nodig. Door Zijn Geest wil Christus in de gemeente wonen, zodat zij werkelijk Zijn presente lichaam op aarde is.”
Hoe is de verhouding tussen de Schrift, de Heilige Geest en de mens? Dr. De Boer: „De gereformeerde theologie staat sterk in de gedachte van openbaringsgeschiedenis. Komt die ten einde in de afsluiting van de canon? De inwoning van God voltrekt zich in Christus nu in Zijn gemeente. Gods volle zelfopenbaring, betuigd door de Schriften, gaat in actieve zin door. De Geest leidt ons in de heilsgeheimen in.”
In hoeverre de Geest nu los van de Schrift werkt, is voor hem nog een vraag. „Ik weet niet of je dat wel openbaring mag noemen. Misschien is er dan meer sprake van de gave van wijsheid.”
Volgens dr. De Boer loopt het levengevende werk van de Heilige Geest van dood naar opstanding. „Het heiligende werk van de Geest moeten we óók vernieuwing noemen. Wie in Christus Jezus is, is een nieuwe schepping. Gaven van de Geest zijn altijd genadegaven. Het is aan God en Zijn Gezalfde om die op Zijn tijd en wijze te schenken op weg naar de wedergeboorte van alle dingen.”
Prof. dr. C. van der Kooi, universitair docent dogmatiek en bijzonder hoogleraar theologie van de charismatische vernieuwing aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, stelde in zijn lezing dat charismatische vernieuwing goed is te verenigen met de gereformeerde theologie. Als kern van die vernieuwing ziet hij de gemeenschap van de Vader en de Zoon in de Geest, „een gemeenschap ons ten goede.”
„De gemeenschap tussen de Vader en de Zoon is een levendmakende gemeenschap”, aldus prof. Van der Kooi. „De Geest is het Die ons daarbij betrekt. In het geloof gaat het niet in de eerste plaats om de juiste begrippen, concepten of gedachten. We moeten ons realiseren dat anders een mongooltje nooit belijdenis zou kunnen doen. Ik schrijf begrippen en concepten niet weg, maar ze zijn vooral dienend. Primair in het Bijbelse begrip van Gods spreken is Zijn wil tot gemeenschap. En die gemeenschap met de Vader is er door de Zoon, in de Geest.”
Vandaag, op de tweede dag van de conferentie, zijn er workshops over verschillende aspecten van het werk van de Geest, zoals tongentaal (ds. D. A. Westerkamp), profetie (ds. J. G. Brienen) en bevrijding (prof. dr. M. J. Paul).