Dat verklaarde advocaat F. Zako uit Damascus donderdag, nadat minister Verdonk had laten weten geen aanwijzingen te hebben dat de beide mannen in detentie zijn.SGP-Kamerlid Van der Staaij, die de minister schriftelijke vragen over de vermeende vermissing had gesteld, confronteerde de bewindsvrouw donderdag met de fax van Zako. Deze kwam bij de vluchtelingenorganisatie Inlia binnen en is vanuit het Arabisch vertaald. De advocaat bevestigt dat een man en zijn zoon in een gevangenis in Damascus verblijven en dat hij probeert hen daar uit te krijgen. „Wij kunnen hen echter na hun vrijlating uit de gevangenis niet vrijwaren van een arrestatie door andere instanties”, aldus Zako in de verklaring.

Directeur J. van Tilborg van Inlia zegt ervan uit te gaan dat de gegevens uit de fax betrouwbaar zijn. „Het zou merkwaardig zijn als een advocaat dit roept, terwijl het niet juist is. Daarmee zou hij zelf in een dictatoriaal land als Syrië een enorm risico lopen. De inhoud van de fax vraagt om een nadere verklaring van de minister. De kernvraag is of degenen die het onderzoek voor haar hebben uitgevoerd zelf contact hebben gehad met de man en zijn zoon.”

Diaken G. Berkel van de protestantse kerk in Den Haag had donderdag telefonisch contact met een dochter van het desbetreffende gezin. De moeder verblijft sinds de uitzetting met drie kinderen bij familie in Syrië. „De familie is heel boos en verdrietig over het antwoord van minister Verdonk. De dochter zegt: Kom maar kijken, mijn vader en broer zijn hier niet.””

Zelf zegt Berkel „verbijsterd” te zijn over de verklaring van de bewindsvrouw. „De man en zijn zoon zijn bij aankomst in Syrië niet onder aan de vliegtuigtrap gearresteerd. Dat klopt. Maar het is nog geen tien minuten later gebeurd, toen de Nederlandse marechaussee er niet meer bij was. Hoe bewijst de minister dat dit niet is gebeurd?” vraagt Berkel zich af. Zij ziet ook na het antwoord van de minister geen reden het verhaal van de familie zelf in twijfel te trekken. „Zo’n verhaal verzin je toch niet?”

Een woordvoerder van Amnesty International, die eveneens bekend is met de zaak van de familie, zei vanochtend het antwoord van de minister nader te willen bestuderen. „De conclusie van de minister is duidelijk. Belangrijk is vooral op welke bronnen zij zich baseert. Dat willen wij graag weten.” Het eigen onderzoek van Amnesty naar de situatie van de man en zijn zoon is nog gaande. „Syrië is een moeilijk land om onderzoek te doen. Dat is erg lastig”, aldus de woordvoerder.

Inlia heeft intussen nog steeds een tweede dossier onder handen van een vermeende vermissing van een uitgezette Syriër. Deze man werd eind december naar zijn land teruggestuurd en zou sindsdien spoorloos zijn. Familie zou de man hebben opgewacht, maar hem niet op de luchthaven hebben aangetroffen. Donderdag bevestigde „een persoon uit kringen rond de desbetreffende familie” dat nog steeds niets van de man is vernomen, aldus Inliadirecteur Van Tilborg.