Genesis 1 en 2: historisch én symbolisch
De gezaghebbende creationist Philip Bell houdt tot en met maandag overal in Nederland lezingen over de schepping. Bells uitgangspunt is Genesis 1 en 2. Hans Reinders plaats een aantal kanttekeningen bij het lezen van deze hoofdstukken.
De laatste maanden duiken er nieuwe interpretaties op van Genesis 1 en 2. We moeten deze teksten maar niet al te letterlijk nemen, stelt men. Ook Augustinus en Calvijn stonden een symbolische lezing voor, meent men. Bij nader onderzoek blijkt dit niet te kloppen. Ook zij stonden een letterlijke lezing voor, zoals reeds door anderen is aangetoond.Nu is het onmiskenbaar dat Genesis 1 en 2 ook wel symbolisch worden uitgelegd. Zoals God scheiding maakt tussen het licht en de duisternis tijdens zijn schepping, zo maakt God ook scheiding tussen goed en kwaad. Dit om de huidige lezer aan te spreken. Het is met het oog op de verkondiging. De Schrift zelf doet dat ook. Hier ligt de werkelijke sleutel volgens de Reformatie, daar de Schrift, niet de kerk noch de wetenschap, haar eigen uitlegster is.
Eigentijdse theologen kiezen wat graag voor een symbolische uitleg van Genesis 1 en 2. Dit om geheel andere redenen dan de verkondiging. De teksten uit Genesis 1 en 2 kan men zo beter aanpassen aan de huidige stand van zaken in de natuurwetenschappen. Hoe geldig is het scheppingsverhaal in Genesis 1 en 2 als men het legt naast de natuurwetenschappen, vragen zij. Door Genesis 1 en 2 niet al te letterlijk te nemen, bijvoorbeeld de scheppingsdagen te zien als perioden, kan men de evolutietheorie inpassen en het scheppingsverhaal aanpassen.
Ook de sprekende slang druist in tegen onze kennis die wij van slangen hebben en zal wel symbolisch bedoeld zijn, meent men.
Licht
Nu is het niet verkeerd om Genesis 1 en 2 eigentijds te lezen. Dat wil zeggen: te betrekken op de mens van na de zondeval. In 2 Korinthiërs 4:1 zegt Paulus: „Want God, Die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is Degene, Die in onze harten geschenen heeft, om te geven verlichting van de kennis van de heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus.”
Let op, God laat het licht uit de duisternis schijnen. Hij creëert licht vanuit het donker: het niets. Paulus trekt hiermee een les uit de schepping. Ondertussen neemt Paulus de schepping heel letterlijk en zeer historisch. Zo letterlijk als God uit de duisternis destijds licht liet ontstaan, zo heeft Hij ook licht in ons harten gegeven, zegt Paulus. Licht dat zorgt voor kennis van de heerlijkheid van God. Die kennis van deze heerlijkheid is een werk van God! God heeft geschenen in onze harten en het werd licht.
Hier hebben we een goede stelregel en leesregel voor Genesis 1 en 2. Paulus nam Genesis 1 en 2 letterlijk als hij stelt dat God het licht liet schijnen uit de duisternis, en haalde er vervolgens een geestelijke les uit: zo ook heeft Hij onze harten verlicht. Een les die nog altijd geldend is. Alleen God kan ons verlichten en halen uit onze geestelijke duisternis.
Paulus
Paulus las Genesis 1 en 2 eveneens anders, namelijk als beeld en symboliek voor het verlichten van het hart. Ondertussen gaf de apostel met zijn nieuwe lezing niet de historiciteit prijs van Genesis 1 en 2. Sterker nog, hij laat een continuïteit zien tussen schepping en herschepping. De God Die licht liet schijnen uit de duisternis heeft ook de harten van ons verlicht, zegt Paulus in één adem.
We kunnen concluderen dat er geen reden is om Genesis 1 en 2 anders te lezen. Het is gewoon volkomen historisch te duiden. Er liggen wel lessen in het scheppingsverhaal met het oog op de genade (zie ds. G. Boer, ”De alfa en omega”). God verlicht de harten als een scheppingsgebeuren: uit het niets. Alleen Hij kan de duistere zondemacht breken. Hij zegt: „Dat er licht zij”, en er is licht.
Het zou te ver voeren om de symbolische lezing van de schepping in de Schrift te behandelen. Licht en duisternis is een van deze symbolische lezingen en insteken. Het gaat mij erom dat ook Paulus de schepping letterlijk nam en zeker niet zag als een verzonnen fabel of mythologie, om de oorsprong van de mens te verklaren.
Tegelijk moet gezegd worden dat de Schrift Genesis 1 en 2 symbolisch leest om zo de continuïteit te tekenen tussen de God van de schepping en de herschepping. Hij blijft dezelfde.
De God van de genade is even machtig en goed. Hij herstelt Zijn schepping door licht te laten schijnen in duistere harten. De schepping dient daarbij als een bemoedigend voorbeeld voor hen die er weet van hebben dat zij de duistere machten niet kunnen breken. Johannes schreef in zijn Evangelie (1:5): „Het licht schijnt (is aan het schijnen) in de duisternis.” Niet het licht scheen in de duisternis. Het licht blijft tegenwoordige tijd, ook na de zondeval. In onze duistere tijden is dat licht er in de Evangelieverkondiging van hen die getuigen van dat Licht, Christus.
De auteur studeert theologie in Utrecht.