Oost-Europese arbeider is zijn loon waard
Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken wil per 1 mei de grenzen volledig openstellen voor werknemers uit Polen en andere EU-landen. Chris Baggerman ziet nog wat problemen, zoals de controle op de arbeidsvoorwaarden en de onduidelijkheid in de cao’s.
Voor 1 mei moet het kabinet de Europese Unie laten weten of Nederland zijn grenzen ongelimiteerd openstelt voor de Oost-Europese werknemers uit de tien nieuwe lidstaten. Bij de toetreding van deze lidstaten tot de EU in 2004 hebben veel landen -met uitzondering van Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Ierland- beperkingen opgelegd bij toetreding tot de arbeidsmarkt.Ook Nederland meende de toegang te moeten beperken en kent alleen voor sectoren en beroepen die moeilijk vervulbaar zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt een snelle en soepele toelatingsprocedure. Nederlandse bedrijven hebben tot nu toe een vergunning nodig van het CWI.
De Nederlandse overheid mag deze beperkingen handhaven tot 2009. Daarna mag dit alleen nog tot 2011 als de arbeidsmigratie uit de nieuwe lidstaten een verstorend effect dreigt te hebben op de Nederlandse arbeidsmarkt. Op 1 mei 2011 zal in heel de uitgebreide EU een vrij verkeer van werknemers gelden. Verwacht wordt dat België en Duitsland en Oostenrijk hun beperkingen tot 2009 zullen handhaven. Wat moet Nederland doen?
Gelijke betaling
De meningen over de voor- en nadelen zijn verdeeld, zowel onder politici als bij de sociale partners. PvdA en CDA aarzelen, de werkgeversorganisaties zijn onverkort voorstander van opheffing van de beperking en verwachten daardoor meer dynamiek op de arbeidsmarkt, werknemers maken zich zorgen en zijn bang verdrongen te worden door werknemers uit bijvoorbeeld Polen en Tsjechië. De vakorganisaties stemmen in, mits er sprake is van gelijke arbeidsvoorwaarden voor Nederlandse werknemers en de werknemers uit de Oost-Europese lidstaten.
Staatssecretaris Van Hoof (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft de meest betrokken ministers voorgesteld de beperkingen op te heffen. Hij meent dat het geen zin meer heeft om de grenzen gesloten te houden. Links- of rechtsom komen de werknemers uit deze landen legaal (als zelfstandige of dienstverlener) of illegaal toch het land binnen. Vorig jaar waren ongeveer 30.000 Oost-Europeanen in Nederland werkzaam. De verwachting is dat dit aantal zal verdubbelen als er geen beperkingen meer zijn.
Van Hoof is niet zo bang voor minder gunstige arbeidsvoorwaarden en verdringing op de arbeidsmarkt. Sinds 14 december moeten buitenlandse werkgevers die hun werknemers tijdelijk in Nederland laten werken, gaan betalen volgens de cao die in Nederland algemeen verbindend verklaard is. Ook andere belangrijke arbeidsvoorwaarden, zoals werk- en rusttijden, vakantiedagen en gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk moeten voldoen aan de cao, zoals geregeld in de nieuwe Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid (WAGA).
Strijd
Maar daar ontstaat een probleem. Volgens de Algemene Werkgeversvereniging Nederland (AWVN) komt de WAGA al snel in strijd met het vrije verkeer van diensten en zijn de meeste cao’s op dit moment niet duidelijk over de reikwijdte voor buitenlandse werknemers. Voordat deze cao’s allemaal duidelijkheid verschaffen, zijn we wel een paar jaar verder. Daarom is het nog maar de vraag of het verruimen van de grenzen voor werknemers uit Oost-Europa per 1 mei moet plaatsvinden.
Daarnaast signaleert de RMU nog een ander probleem, namelijk wie de naleving controleert. Staatssecretaris Van Hoof is helder over de controle: cao’s zijn private afspraken en deze behoren door de sociale partners zelf gecontroleerd te worden. De RMU meent daarentegen dat ook de Arbeidsinspectie hierin een rol heeft te vervullen. Oneerlijke concurrentie moet worden tegengegaan.
Dat neemt niet weg dat er ruimte moet komen om moeilijk vervulbare vacatures in te vullen met werknemers van buiten Nederland. Maar voor hen geldt hetzelfde als voor Nederlanders: gezonde arbeidsomstandigheden, veiligheid en goede arbeidsvoorwaarden. Immers, ook de Oost-Europese arbeider is zijn loon waardig.
De auteur is als coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid werkzaam bij de RMU.