Opkomen voor verborgen erfgoed
DEN HAAG - Functiewijzigingen van kerken, ziekenhuizen, militaire complexen, agrarische gebieden en natuur veranderen Nederland in de komende jaren flink. Zolang dat goed gebeurt is er niets mis mee. Maar historisch besef ontbreekt soms, meent Fons Asselbergs, rijksadviseur cultureel erfgoed. Hij werkt daarom aan een ”Oude kaart van Nederland”. „Je staat ervan versteld wat er voor waardevols is waar gemeenten geen weet van hebben.”
Hij ziet het als zijn belangrijkste ’kunststukje’ sinds zijn pensionering vorig jaar als directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Fons Asselbergs (65), behalve rijksadviseur cultureel erfgoed sinds zijn pensioen ook nog eens hoogleraar bouwkundig erfgoed, wil overheden alert maken op hun rol bij de bescherming van historische gebouwen en structuren in het landschap. „Er komt de komende jaren ontzettend veel grond beschikbaar. Van het leger, maar ook van fabrieken. Het Enkaterrein in Ede, Kema in Arnhem, het voormalig Philipsterrein De Strijp in Eindhoven: zo zijn er misschien wel zestig gebieden. Je moet er goed over nadenken wat je daarmee wel en niet wilt doen.”Asselbergs toont zich strijdlustig als het gaat om behoud van bouwkundig en landschappelijk erfgoed. Lachend: „Niet voor niets heb ik na mijn pensionering twéé banen genomen.” Vanuit zijn professie was hij bij veel architectuur- en inpassingsvraagstukken betrokken. Ooit legde hij de basis voor het architectuurarchief van het Nederlands Architectuur Instituut in Rotterdam. Begin jaren ’90 had hij als PvdA-wethouder in Amersfoort een beslissende rol bij de komst van de beeldbepalende nieuwbouwwijk Kattenbroek.
De achterliggende maanden verrichtte Asselbergs een verkenning naar grote complexen waarmee wat te gebeuren staat. Hij bezocht onder meer het Hembrugterrein, een 48 hectare groot voormalig defensiegebied bij Zaandam met daarop diverse rijksmonumenten. „Als je daar loopt realiseer je je hoe goed gebouwen bewaard zijn. Maar aan de andere kant leert dat ook dat niets doen verval betekent.”
Defensie speelt een belangrijke rol bij het vrijkomen van gronden. Asselbergs: „De komende jaren sluiten de vliegbases Soesterberg en Twenthe en marinevliegkamp Valkenburg. Ypenburg is al omgevormd tot woonwijk. Stuk voor stuk gaat het om enorme gebieden, die een unieke historie hebben. Daar mag je maar zo geen woonwijk over uitrollen.”
Bij zijn speurtocht naar ’verborgen’ monumenten werkte Asselbergs naar eigen zeggen volgens de sneeuwbalmethode. „Eén iemand tipt je over een gebouw. Als je daar bent weten mensen wel weer drie andere. Zo gaat dat maar door. Voor je het weet heb je een lijst waar je versteld van staat. Wat dan opvalt: bij veel gemeenten ontbreekt de kennis over wat ze binnen hun grenzen hebben op het gebied van bouwwerken.”
De ”Oude kaart”, die eind volgend jaar in concept gereed moet zijn, dient volgens de bedenker ervan als startpunt voor herontwerp, herbestemming en herbelegging van een gebied. „Daar horen verschillende belangen bij. Doel van de kaart is te voorkomen dat projectontwikkelaars voor hún belang gaan, gemeenten weer wat anders willen, natuurbeschermers daartegen ingaan en ontwerpers er ook nog eens tussendoor lopen. Het gaat vaak om zulke grote gebieden dat je je het niet kunt veroorloven dat er geen overkoepelend plan is. Lang niet overal blijkt oog te zijn voor de waarde van die gebieden, die vaak de sporen dragen van het langdurig gebruik voor één bepaalde functie. Het is nu tijd om daar wat aan te doen.”