Stille Omgang Amsterdam bestaat 125 jaar
AMSTERDAM - Het Mirakelfeest is begonnen. Duizenden rooms-katholieken bezoeken deze week Amsterdam. Want dáár gebeurde in de middeleeuwen een wonder, geloven ze. Een uitgebraakte hostie bleef, volgens de overlevering, onaangetast in de vlammen van een haardvuur. Hoogtepunt van de festiviteiten is ieder jaar weer de Stille Omgang - dit jaar voor de 125e keer.
In de nacht van zaterdag op zondag doorkruisen naar verwachting zo’n 8000 mensen, grotendeels aangevoerd in touringcars, in stilte de stad. De route is ieder jaar dezelfde: van het Spui door de Kalverstraat, over de Dam, en dan via de Nieuwendijk, de Prins Hendrikkade en de Warmoesstraat weer terug naar het Spui.Voor traditionele rooms-katholieken is de verering van Christus in de gedaante van de hostie nog steeds de kern van de Stille Omgang. En voor hen is Amsterdam dé mirakelstad. De geschiedenis van het wonder van de hostie daar gaat terug naar de middeleeuwen, naar 1345. De oudste en waarschijnlijk ook meest oorspronkelijke versie van het verhaal komt voor in een oorkonde van de Hollandse graaf Albrecht uit 1378:
„In Amsterdam, gelegen binnen het bisdom Utrecht, was een man zwaar ziek en vreesde te sterven. Om hem de laatste sacramenten toe te dienen, werd een priester geroepen. Deze gaf hem na de biecht het heilig sacrament van de eucharistie. Echter, na het eten van de geconsacreerde hostie kon de zieke een braakneiging niet onderdrukken. Hij ging naar de brandende haard van zijn kamer en braakte het sacrament daarin uit. Daarop bleek dat de zieke niet alleen de hostie onbeschadigd had uitgebraakt, maar dat bovendien het brood niet door het hoogopvlammende vuur werd aangetast.”
De hostie, die de volgende dag door de priester van de Oude- of Nicolaaskerk was opgehaald, keerde op wonderbaarlijke wijze weer terug naar het huis van de man. Een nieuw mirakel, zo geloofde men, dat zich daarna nog tweemaal herhaalde. De betrokkenen meenden dat ze eigenlijk niet anders konden doen dan hun woning ombouwen tot een bedevaartkapel.
Processie
Al snel wisten duizenden pelgrims de kapel, de „Heilige Stede”, te vinden. De verering van de mirakelhostie en de devotie rond de mirakelhaard gingen het hele jaar door, maar een hoogtijdag was toch wel de woensdag na de feestdag van paus Gregorius I (12 maart). Dan hielden de pelgrims een processie door stad en droegen ze de mirakelhostie met zich mee.
De verering van het mirakel is nu vooral zichtbaar in de jaarlijkse Stille Omgang, georganiseerd door het Gezelschap van de Stille Omgang. De eerste „meditatieve omgang” heeft plaats langs dezelfde route als de eerdere mirakelprocessies. De Amsterdammer Joseph Lousbergh komt in 1880 in het bezit van een oude tekst, waarin de middeleeuwse route van de sacramentsprocessie is beschreven. Het brengt hem op het idee om de route na te lopen.
De Stille Omgang krijgt al snel ook belangstelling van rooms-katholieken buiten Amsterdam. Lokale groepjes geïnteresseerden reizen gezamenlijk naar de hoofdstad om daar de omgang te lopen. Na verloop van tijd groeien deze groepen zo sterk, dat ze zich formeel gaan organiseren in afdelingen of zustergezelschappen. Tot 1905 zijn er jaarlijks zo’n 1500 deelnemers, maar in 1920 lopen ruim 20.000 mensen de route door de stad.
De smalle Kalverstraat kan de grote aantallen deelnemers niet meer verwerken. In 1933 regelen de organisatoren 45 extra treinen, die over twee dagen 27.000 bedevaartgangers vervoeren. In 1940 spreiden ze de viering over drie nachten. Aan de vooravond van elke nacht houden de bijna dertig rooms-katholieke kerken en kapellen in Amsterdam vijftig missen ter ere van het mirakel.
Genade
Na het hoogtepunt van Stille Omgang in de jaren vijftig -met zo’n 60.000 deelnemers- loopt in de jaren zestig de belangstelling snel terug. Het Gezelschap van de Stille Omgang brengt in 1965 het aantal omgangsnachten terug van drie naar twee (20.000 deelnemers) en in 1968 van twee naar één (10.000 deelnemers).
Om te achterhalen waarom de Stille Omgang zo aan populariteit inboet, schakelt de organisatie marktonderzoeksbureau Veldkamp in. Het rapport is duidelijk: De belangrijkste reden tot deelname aan de Stille Omgang is de persoonlijke behoefte aan „het afsmeken van genade.” Maar jongeren willen wat anders. De omgang zou „onvoldoende aanknopingspunten bieden voor een maatschappelijk engagement.”
Maar de Stille Omgang is er nog steeds. Speciaal voor jongeren is er zaterdag een viering in de Nicolaaskerk, „met als hoofdcelebrant kardinaal Simonis.” En woensdag, de eigenlijke feestdag van het mirakel, presenteren dr. C. Caspers en dr. P. J. Margry hun boek ”Stille Omgang als manifestatie van Nederlandse identiteit”. In de Lutherse Kerk aan het Spui, waar de omgang begint.