Ambassadeur Suriname stapt op
DEN HAAG/PARAMARIBO (ANP) – De ambassadeur van Suriname in Den Haag, Edgar Amanh, heeft maandag zijn functie ter beschikking gesteld van president Ronald Venetiaan.
Dit is van betrouwbare politieke bronnen in Paramaribo vernomen.De stap van Amanh vloeit voort uit perikelen rond de omstreden veiligheidscontrole bij minister Alice Amafo, vorige week maandag op Schiphol.
Voordat Amanh zijn functie neerlegde, zei minister Lygia Kraag–Keteldijk van Buitenlandse Zaken dat ze maatregelen overwoog tegen de ambassadeur en de ambassaderaad in Den Haag. Zij zouden haar namelijk verkeerde informatie hebben gegeven over het voorval met Amafo op Schiphol, toen die op doorreis was naar Doha (Qatar).
Kraag–Keteldijk stoort zich eraan dat haar gemeld is dat er sprake was van fysieke visitatie bij Amafo, terwijl dat niet het geval zou zijn geweest. Van Amafo, die inmiddels terug is in Paramaribo, heeft de minister van Buitenlandse Zaken gehoord dat de ambassaderaad haar het advies heeft gegeven niet door de controlescan te gaan, omdat dit indruist tegen afspraken van Surinaamse en Nederlandse autoriteiten.
Amanh en de ambassaderaad werden vrijdag voor spoedoverleg teruggeroepen, maar beiden meldden zich ziek. Het terugroepen moest een scherp diplomatiek signaal aan Nederland zijn in verband met protest tegen de 100–procentcontrole op Schiphol, waarvan Amafo voor de tweede keer dit jaar de dupe zou zijn geweest. Die controle leidt al geruime tijd tot ernstig protest.
De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Ben Bot, betreurde vrijdag het voorval met Amafo ten zeerste. In een telefoongesprek met zijn Surinaamse collega zei Bot dat Nederland de goede betrekkingen met Suriname koestert. Kraag stelde het telefoontje van Bot zeer op prijs.
Amanh vertegenwoordigt Suriname sinds medio 2001 als ambassadeur in Den Haag. Hij trad in 1977 in diplomatieke dienst en werd secretaris van de Surinaamse ambassade in Washington. In 1983 werd Amanh directeur van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Paramaribo en ambassadeur in algemene dienst. Tijdens de regering–Wijdenbosch, van 1996 tot 2000, werd hij op non–actief gesteld.