Binnenland

Overwinning Bos houdt coalitie bijeen

„En nu maar wachten tot de laatst overgebleven politiek leider het licht uitdoet”, zei GroenLinksleider Halsema deze week na het terugtreden van VVD-aanvoerder Van Aartsen. Haar duiding van de ontwikkelingen is vanuit haar positie bezien zeer begrijpelijk. Toch bevat zij meer ”wishfull thinking” dan werkelijkheidszin.

10 March 2006 23:23Gewijzigd op 14 November 2020 03:33
<center>HALSEMA <br>…verwachtingsvol uitzien…</center>
<center>HALSEMA <br>…verwachtingsvol uitzien…</center>

Halsema’s verwachtingsvol uitzien is alleszins begrijpelijk als we letten op de zware nederlaag die de drie coalitiepartijen dinsdag leden. Wordt D66 in de gemeenteraden bijkans gehalveerd en verliest de VVD ruim 120 zetels; de grootste coalitiepartner, het CDA, moet het de komende vier jaar met maar liefst 300 raadsleden minder doen. Dat is, op zijn zachtst gezegd, geen opsteker voor het kabinet-Balkenende II.Daar komt bij dat twee van de drie coalitiepartners ronduit in een crisis verkeren. Die bestaat allereerst hierin dat zowel D66 als de VVD te maken heeft met een leiderschapswisseling. Dittrich maakte na het Afghanistandebacle plaats voor Van der Laan, Van Aartsen deed een stap opzij om ”coming man” Rutte vrije doorgang te verlenen. En verandering van leidslieden gaat altijd gepaard met onzekerheid. Wat gaat de nieuwe man of vrouw presteren? Weet hij of zij vertrouwen in te boezemen bij eigen achterban en daarbuiten?

De crisissfeer in VVD en D66 wordt in de tweede plaats bepaald door verwarring over de inhoudelijke lijn. Niemand was daarover de achterliggende dagen zo openhartig als de zichtbaar aangeslagen Van der Laan. Inderdaad, zo erkende zij in het slotdebat op dinsdagavond, D66 heeft momenteel geen gezicht. Niemand weet waar de partij voor staat. Een nieuwe leider zal voor een nieuw profiel moeten zorgen.

Minstens even onduidelijk is de koers van de VVD. Die partij zat tot nu toe opgescheept met een aanvoerder die ooit pleitte voor het samensmelten van D66 en VVD tot één sociaalliberale beweging, maar die de laatste jaren opmerkelijk veel ruimte gaf aan rechtse hardliners in zijn fractie. Deze ideologisch ambivalente persoon wisselt de partij nu in voor iemand die wordt gerekend tot de linkervleugel van de partij, maar die ondertussen hard roept dat dat een groot misverstand is en dat hij juist een zeer klassieke liberaal wil zijn. Quo vadis, VVD?

Geen wonder dat Halsema, in de huidige overwinningsroes van links, zich afvraagt of de leiders van het CDA niet ook aan vervanging toe zijn, een exercitie die deze coalitie het beslissende zetje zou geven richting het ravijn. Wil de laatste man het licht uitdoen? Op naar een links kabinet onder leiding van overwinnaar Bos!

Maar deze gretige speculaties hebben met de realiteit weinig van doen. Wat Halsema gemakshalve vergeet, is dat de enige die beslist of een coalitie er de brui aan geeft, die coalitie zelf is. En van de drie coalitiepartners, hoe verward ze intern ook mogen zijn, is er momenteel niet één uit op nieuwe verkiezingen.

Van der Laan wist bij haar aantreden als fractievoorzitter niet hoe snel ze Balkenende moest verzekeren van de trouw van D66. En Rutte geeft aan ook de volgende regeerperiode met het CDA in zee te willen.

Hoewel de uitkomst van de gemeenteraadsverkiezing niet zomaar één op één vertaald kan worden naar de landelijke krachtsverhoudingen, is de uitslag voor de coalitie toch een duidelijk signaal: van nieuwe Kamerverkiezingen heeft zij op dit moment niets dan narigheid te verwachten. Als CDA, VVD en D66 hun verstand gebruiken doen ze er alles aan hun verbintenis in stand te houden. Zo is het succes van Bos op korte termijn geen bedreiging voor dit kabinet, maar bindt het de ministers juist des te steviger aan elkaar.

Hebben alle drie de coalitiepartijen er dus belang bij dat het kabinet de rit uitzit, dat geldt wel in het bijzonder voor het CDA. Willen de christendemocraten over veertien maanden de zogeheten premierbonus incasseren, dan kan dat alleen als Balkenende inmiddels het aureool heeft gekregen van een succesvolle minister-president, een aureool dat hij slechts dan kan verwerven als hij zijn karwei afmaakt.

Het omgekeerde is vanzelfsprekend niet automatisch waar. Of het zonder brokken de eindstreep halen Balkenende ten langen leste het imago zal bezorgen van groot staatsman, is volstrekt onzeker.

De minister-president klampt zich aan deze hoop vast. De kiezers zullen de komende maanden meer en meer gaan voelen dat het huidige beleid goed en vruchtbaar is, luidt zijn mantra. Maar voor deze veronderstelling geldt precies hetzelfde als voor de hoop van Halsema: heel begrijpelijk, maar toch meer ”wishfull thinking” dan op feiten gestoelde verwachting.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer