Compenseer koopkracht van gepensioneerde
De koopkracht van gepensioneerden is hard achteruitgegaan. Dat vraagt om gepaste compensatie, stellen mr. Ans de Rooij en mr. Hans Valster .
De samenwerkende ouderenorganisaties zijn de laatste weken overspoeld met vragen van gepensioneerden die bezorgd zijn over het behoud van hun koopkracht. Uit telefoontjes, brieven en e-mails blijkt dat veel gepensioneerden geconfronteerd worden met een grote inkomensachteruitgang.Gepensioneerden voelen zich in de steek gelaten omdat de belofte dat er na de invoering van het nieuwe zorgstelsel op zijn minst sprake zou zijn van koopkrachtbehoud, niet wordt waargemaakt. Een groot deel van de klachten betrof het stopzetten of afbouwen van de bijdrage van de voormalige werkgever in de ziektekostenverzekering.
Tot 1 januari 2006 werd er vaak door werkgevers, vrijwillig of ingevolge de cao, een bijdrage verstrekt in de kosten van de ziektekostenverzekering. Veel werkgevers verleenden deze bijdrage ook aan gepensioneerden. Inmiddels is gebleken dat veel werkgevers ook de bijdrage in de kosten van de ziektekostenverzekering met ingang van 1 januari 2006 hebben afgeschaft.
In een cao kan uiteraard alsnog geregeld worden dat een werkgever naast de tegemoetkoming voor de inkomensafhankelijke premie een bijdrage in de premie verstrekt. De ouderenorganisaties constateerden echter in 2005 reeds dat de kans daarop niet groot zou zijn, gelet op het kostenplaatje voor de werkgevers op grond van het nieuwe zorgstelsel. Het gevaar ontstond dat als werkgevers geen bijdrage meer geven in de ziektekostenverzekering van hun werknemers, zij ook de bijdrage in de ziektekostenverzekering van hun gepensioneerden zouden stoppen.
Verontwaardigd
Al in juli 2005 hebben de ouderenorganisaties deze zaak bij een drietal ministeries aangekaart, ook in verband met onrust en onzekerheid bij onze leden op dit punt. In het najaar is nogmaals bij overheid en sociale partners onder de aandacht gebracht dat er een aanvaardbare oplossing voor het probleem diende te komen.
Begin januari 2006 heeft het NIBUD in opdracht van de ouderenorganisaties koopkrachtcijfers gepresenteerd van een aantal 65±huishoudens. Uit deze berekeningen blijkt dat het huishouden waarbij de bijdrage van de voormalige werkgever vervalt, er sterk in koopkracht op achteruitgaat.
Dit wordt bevestigd door de vele ongeruste en verontwaardigde reacties vanuit de achterban, de afgelopen weken, dat vergoedingsregelingen voor bijvoorbeeld gepensioneerde rijksambtenaren en onderwijzend personeel daadwerkelijk zijn vervallen en dat er doordoor sprake is van een forse inkomensachteruitgang. Zeker wanneer de vergoeding ook gold voor de partner.
Gepensioneerden ontvingen soms bedragen van meer dan 2000 euro op jaarbasis, bedragen die nu in zijn geheel wegvallen. Afhankelijk van de individuele situatie gaan mensen er vaak in totaal nog meer op achteruit als gevolg van de doorwerking van de premies voor de ziektekostenverzekering op het netto (besteedbare) inkomen, waardoor er sprake is van een onaanvaardbaar grote inkomensachteruitgang.
Wij vinden ook dat werkgevers de afspraak om bij te dragen in de kosten van de zorgverzekering aan gepensioneerden niet eenzijdig mogen beëindigen. De door cao-onderhandelingen verkregen rechten kunnen niet eenzijdig worden afgeschaft. Er mag geen inbreuk worden gedaan op de bestaande pensioenafspraken en secundaire arbeidsvoorwaarden die na pensionering in stand werden gehouden. Er lijkt weinig mee gedaan te zijn, wellicht omdat er toch sprake zou zijn van minimaal koopkrachtbehoud, althans: dit werd steeds door het kabinet gezegd.
Uit onderzoek onder (verenigingen van) gepensioneerden bleek dat het met name om de volgende grote groepen gaat. Ten eerste gepensioneerden in de collectieve sector en bij een aantal grote ondernemingen die tot 1 januari 2006 particulier verzekerd waren. Ten tweede gepensioneerde ambtenaren en gepensioneerde werknemers van waterschappen. Ten derde gepensioneerd onderwijzend personeel.
Rechtvaardig
De ouderenorganisaties doen een dringend beroep om de onaanvaardbare inkomensachteruitgang waarmee grote groepen gepensioneerden geconfronteerd worden, op te lossen.
Het kabinet moet als ex-werkgever gepensioneerde ambtenaren en onderwijzend personeel op een rechtvaardige wijze compenseren. Daarnaast dienen sociale partners in sectoren waar gepensioneerden geconfronteerd worden met een inkomensachteruitgang door het stopzetten van de compensatie voor de ziektekosten, het arbeidsvoorwaardenoverleg heropenen. Zo kunnen zij tot nieuwe afspraken komen om de inkomenspositie van gepensioneerden te verbeteren.
In die gevallen waar men in het arbeidsvoorwaardenoverleg uiteindelijk niet tot een oplossing kan komen, moet het kabinet de gedupeerde gepensioneerden op een andere wijze compenseren. Alleen zo kunnen de beloften over de koopkrachtontwikkeling voor 2006 ook voor deze groep worden waargemaakt.
De auteurs zijn respectievelijk beleidsmedewerker voor het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) en voor de Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB).