Sanno houdt boeren in de Wieden
Reepjes weiland, met rietkragen omzoomde belten, weidse luchten - wat zijn de Wieden mooi. Dat belooft wat voor de toekomst, nu steeds meer land in een zogenaamde natuurlijke staat wordt teruggebracht. Maar boeren hebben weinig te zoeken in dit moerasland.
Vanouds heeft de agrarische bedrijvigheid in dit deel van Noordwest-Overijssel een kleinschalig karakter. Het vaargebied Dwarsgracht en Belt-Schutsloot leent zich nu eenmaal niet voor grootschalige veehouderij, laat staan akkerbouw. In het verleden was dat ook geen punt. Boeren hielden een paar koeien en haalden verder geld binnen met vissen of riet snijden.
Zet daartegenover een proces van schaalvergroting, regelgeving en een toekomstvisie over de Wieden waarin boeren geen beeldvullende plaats innemen. Zoveel is wel duidelijk, om in deze omgeving te kunnen overleven is samenwerking een kwestie van strikte noodzaak. Al dertig jaar geleden werd dit in de omgeving van Giethoorn onderkend, wat in 1972 leidde tot oprichting van de Boerenwerkgroep Dwarsgracht, Belt-Schutsloot.
„De boeren hadden met dezelfde problemen te kampen. Zo zijn in dit watergebied punters en bokken onmisbare vervoersmiddelen. Tegelijkertijd voelden ze steeds meer de noodzaak om vanaf hun boerderij een korte verbinding over het land naar de openbare weg te hebben. Dat probeerden ze voor elkaar te krijgen door de krachten te bundelen.” Henri Smit hééft met zijn boerderij aan het einde van de Jonenweg in Dwarsgracht zo’n vaste verbinding.
Maar dat is te danken aan het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL). Twee jaar geleden kocht Smit een boerderij van het bureau. „Van waar ik eerst zat, was het drie kwartier varen van mijn land naar de boerderij. Het is nu nog een kwartier rijden. Het land direct hieromheen gaat naar Natuurmonumenten. Zolang het nog niet in ontwikkeling is, gebruik ik een paar hectare rond huis, maar ik pin me er niet op vast.”
De verhuizing en de aankoop van BBL geven in een notendop de ontwikkelingen in de Wieden weer. De boerenwerkgroep kreeg niet voor elkaar dat er ontsluitingswegen kwamen naar de boerderijen. De bouw van een brug in Belt-Schutsloot was een eenzaam succes, naast de vestiging van een centrale afleverplaats in Dwarsgracht voor de melk en de aankoop van een gezamenlijke schuit.
Deze bok zorgde overigens voor hilariteit toen belangstellende toeristen eens kwamen informeren naar die bijzondere reeën. „We noemden die schuit een witte bok, omdat iedere boer die ’m nodig had hem kon halen, net zoals vroeger het wittefietsenplan in Amsterdam. Mensen hadden de term ”witte bok” horen vallen en dachten dat het om een aparte diersoort ging.”
Maar de hoofdwens, een weg achter de boerderijen in Dwarsgracht langs, ging niet in vervulling. „We hebben er heel wat om gezeurd, maar er kwam nooit enige reactie”, zegt Smit. Intussen geraakte het hele gebied wel ongevraagd steeds hechter klem in de ijzeren greep van de natuurontwikkeling. In het kader daarvan toog de overheid onverdroten aan de slag om grond aan te kopen.
Dat er in 1995 een einde kwam aan de boerenwerkgroep, was dan ook geen verrassing. „Rond die tijd was iedereen het erover eens dat samenwerking in deze vorm en onder deze naam echt niet meer van deze tijd was.” Ervoor in de plaats kwam de Stichting Agrarisch Natuurbeheer Noordwest-Overijssel (Sanno). Secretaris Smit laat zich waarderend uit over de medewerking van allerlei overheden (tot aan Brussel toe) bij de oprichting.
„Het gaat Sanno puur om de bedrijven die werkzaam zijn in de Wieden”, licht hij toe. „Er zijn momenteel achttien mensen bij betrokken, van wie er veertien een agrarisch bedrijf hebben.” Hij gaat er enkele langs: „Gerrit, Henk, Wolter, Dries, Klaas - ja, dat klopt wel ongeveer. De helft zit hier, de helft in Belt-Schutsloot. Ze combineren allemaal hun boerderij met andere werkzaamheden.”
In dat gegeven ligt de kracht van Sanno. Opdrachtgevers die werk zoals het maaien en hooien van graslanden, het maaien van rietland, sloot- en bosonderhoud, onderhoud van bermen en gemeentelijk groen, onderhoud en aanleg van houtwallen, poelen en rasters, verwerken en composteren van maaisel en grondwerk willen uitbesteden, kunnen bij Sanno terecht. De stichting zorgt er vervolgens voor dat het werk op basis van beschikbaarheid en geschiktheid onder de boeren wordt verdeeld.
„In Sanno-verband kun je het werk beter spreiden”, zegt Smit. „Want het gebeurde nog wel eens dat boeren individueel werk moesten afstoten, terwijl een ander het goed had kunnen gebruiken. Daarin is nu structuur gebracht.” Voor opdrachtgevers zoals Natuurmonumenten -veruit de grootste-, Staatsbosbeheer, Landschap Overijssel, het waterschap, de gemeente Steenwijk, de provincie en het Rijk is het handig dat ze bij één contactpersoon terechtkunnen.
De boeren in de Wieden hebben het van eind januari tot begin mei druk met riet snijden. Vanaf half juni mag in de beheersgebieden worden gemaaid. Dat betekent drukte tot half september. Daarna is het wel zo’n beetje gebeurd. Vooral in de periode tot december is de vraag naar aanvullend werk groot. Smit: „We willen graag zelfstandig blijven, maar met contractwerk kunnen we de gaten mooi vullen.”
Er is één levensgroot ”maar” aan dit verhaal. Het gros van de huidige beheerscontracten loopt over een jaar of drie af. Dat heeft enorme financiële gevolgen. Onder de huidige regeling krijgen boeren in beheersgebieden een toelage van rond de 680 euro per hectare. In de nieuwe contracten ligt dat bedrag ongeveer 520 euro lager. Dat betekent eenvoudig dat voor de meeste boeren het houden van vee op deze gronden niet langer rendabel is, voorzover het dat al was.
Er is een uitweg. De landeigenaren kunnen gedurende dertig jaar een toelage van ruim 800 euro krijgen. Het addertje onder het gras is dat hun land in ruil daarvoor de landbouwbestemming verliest. „Een paar boeren zullen niet meegaan, maar de kans dat de Wieden een natuurgebied zullen worden, is levensgroot aanwezig”, beseft Smit.
Toch is daarmee het einde voor Sanno, dat vorige week nog een uitgebreid bedrijfsplan presenteerde, niet bezegeld. Er zullen in het gebied altijd jongeren blijven die naast hun vaste baan in de Wieden willen blijven werken. Smit: „De leefbaarheid van Dwarsgracht en Belt-Schutsloot moet in stand blijven.” Desnoods zonder boeren.