Stoomgemaal laat spanning stijgen
LEMMER - Grote stoomwolken stijgen op. Een luid gesis klinkt. Het opstarten van het ir. D. F. Woudagemaal bij Lemmer is in volle gang. Het laatste nog in dienst zijnde stoomgemaal ter wereld draaide dinsdag op volle toeren. Niet vanwege hoogwater, maar om een nieuwe lichting stokers en machinisten het vak te leren. „Er is geen school meer waar je leert omgaan met een stoommachine.”
Het Wetterskip Fryslân had geen betere dag kunnen kiezen voor de opleiding van nieuw personeel dan dinsdag. De vrieskou, gecombineerd met een heldere zon, laten het Woudagemaal stomen als bijna nooit tevoren. „Dit gemaal is maar twee tot drie keer per jaar in gebruik”, zegt woordvoerder Gerben de Jong van het waterschap. „De laatste keer is al weer vijftien maanden geleden. Zo vaak zie je dit tafereel dus niet.”Het even buiten Lemmer gelegen bouwwerk spiegelt door het felle zonlicht in het aangrenzende water. Het Woudagemaal is het laatste nog in bedrijf zijnde stoomgemaal ter wereld. Waar andere gemalen alleen nog voor toeristen of liefhebbers water wegpompen, doet het ”Wouda” dat van tijd tot tijd om de Friezen daadwerkelijk droge voeten te laten houden.
Zeker zo uniek is echter de werelderfgoedstatus die het gemaal acht jaar geleden kreeg. De haast surrealistische lichtstralen door de glas-in-loodramen maken duidelijk dat het gemaal die eretitel met verve draagt. De enkele tientallen meters lange hal, in typische jaren-20-bouwstijl met gelige bakstenen, zwarte randen en een tegelvloer, onderstrepen dat nog eens. Grote zwarte vliegwielen van de stoommachines draaien er geruisloos in het rond.
Beheerder Gerrit van Heerde is er druk mee. „Het is altijd al spannend, maar nu helemaal. Er staan een heleboel mensen om me heen. En met al die bewegende machines is dat best gevaarlijk.”
Dat het gemaal de afgelopen vijftien maanden stil stond, is op zichzelf geen slecht teken. Het stoomgemaal springt alleen bij wanneer andere gemalen de hoeveelheid weg te pompen water niet meer aankunnen. Toch was de reden voor het op stoom brengen dinsdag een andere. „Drie van onze oudere werknemers gaan over enige tijd met pensioen”, zegt woordvoerder De Jong. „Hun opvolgers moeten tijdig worden ingewerkt.”
Doordat het gemaal maar enkele keren per jaar draait, zijn de opleidingsmogelijkheden beperkt. Van Heerde (59) is zelf een van de personeelsleden die afscheid neemt. Hij gaat over een à twee jaar met pensioen. Met zijn ploeg van stokers en technici is hij al met al de hele week bezig met proefdraaien. „We zijn maandag begonnen met het voorverwarmen. We stoken eerst op dieselolie. Daarmee verwarmen we de dikkere stookolie, waarop het gemaal draait. Pas als de stookolie warm is, is het goed bruikbaar.”
Van Heerde was voor hij bij het waterschap in dienst kwam, zeeman op de grote vaart. Het werken met stoommachines werd hem op de zeevaartschool grondig bijgebracht. „Er is nu geen school meer waar je leert omgaan met zo’n machine. Dus leren we het mensen in de praktijk.”
Stoker Oene Vader (51) is een van de mannen die op die manier ook het kunstje onder de knie kreeg. Voor hem is het een neventaak, naast zijn normale onderhoudswerkzaamheden voor het waterschap. „Ik moet telkens wel weer even denken hoe het ook alweer moet. Er zit best een lange tijd tussen de momenten dat we draaien.”
Het opleiden van nieuwe mensen is te meer nodig omdat het historische, uit 1920 daterende Woudagemaal, bepaald nog niet te missen is. De Jong: „Er zijn wel modernere gemalen, maar op piekmomenten is deze van groot belang.”
Als er echt snel gepompt moet worden, laat het ”Wouda” het echter afweten. Vader: „Dit gemaal moet eerst geruime tijd voorverwarmen. Ben je eenmaal bezig dan duurt het ook wel een kwartier voor je resultaat ziet van handelingen die je verricht. Maar als het allemaal draait, kun je 4000 kuub water per minuut wegpompen. Dat kan alleen als iedereen weet wat-ie moet doen.”