Toenemende druk op Iraakse premier
BAGDAD (AP) - De druk op de Iraakse premier Al-Jaafari om af te zien van een tweede ambtstermijn is zondag toegenomen. De soennitische gemeenschap neemt het Al-Jaafari kwalijk dat hij niet harder optreedt tegen de sjiitische bendes die soennitische moskeeën en geestelijken aanvallen sinds de bomaanslag van 22 februari op de sjiitische Gouden Moskee in Samarra.
Volgens de politie en de ziekenhuizen zijn er meer dan 500 mensen omgekomen bij het geweld dat op de aanslag volgde. Ook de Koerden willen af van Al-Jaafari, omdat hij niet wil meewerken aan een oplossing voor hun aanspraken op de oliestad Kirkuk. „Als Al-Jaafari een regering probeert te vormen zal hij geen enkele medewerking krijgen”, zei de vooraanstaande Koerdische parlementariër Mahmud Othman.President Jalal Talabani, ook een Koerd, voegde zich zaterdag bij het groeiend aantal critici van Al-Jaafari. Hij zei dat de Sjiitische Alliantie omwille van de consensus een andere kandidaat voor het premierschap moet aanwijzen. „Ik wil duidelijk stellen dat dit niet tegen dr. Al-Jaafari persoonlijk is”, zei Talabani. „Hij is al 25 jaar mijn vriend.”
De Sjiitische Alliantie, de grootste sjiitische groepering, is verdeeld over het premierschap. Al-Jaafari werd op 12 februari met één stem verschil door de fractie gekozen dankzij de steun van Muqtada al-Sadr. Velen maken zich echter zorgen om zijn banden met Al-Sadr, wiens militie voor veel van het recente sektarische geweld verantwoordelijk wordt gehouden. Al-Jaafari’s tegenstander, vicepresident Adil Abdul-Mahdi, was voorgedragen door de machtige sjiitische leider Abdul-Aziz al-Hakim, die net als Al-Sadr over een eigen militie beschikt. Al-Hakim en Al-Sadr liggen regelmatig politiek met elkaar in de clinch.
Twee leden van Al-Jaafari’s Dawapartij bezochten zaterdag de hoogste geestelijk leider van de sjiieten, grootayatollah Ali al-Sistani, om zijn steun te verwerven. Zij beweerden dat hij steun had uitgesproken voor hun kandidaat, maar een medewerker van Al-Sistani zei dat hij indirect op het aftreden van Al-Jaafari had aangedrongen. Zondag maakten de Koerdische leiders de gang naar Al-Sistani. De delegatie ontmoette ook andere religieuze leiders, onder wie Al-Sadr. Othman zei te verwachten dat president Talabani het parlement opdracht zal geven later in de komende week bijeen te komen. Maar een lid van een partij uit het sjiitische blok van Al-Jaafari zei dat er eerst een premier en een president moeten worden benoemd. Als de Koerden Al-Jaafari afwijzen, waarschuwde hij, dan kunnen de sjiieten zich tegen het presidentschap van Talabani keren.
De politieke patstelling schept een gevaarlijk machtsvacuüm op een moment dat het geweld tussen soennieten en sjiieten in een burgeroorlog dreigt te ontaarden. De politie maakte bekend dat commando’s van het ministerie van Binnenlandse Zaken zondagmorgen een soennitische moskee in het westen van Bagdad hadden aangevallen en in een 25 minuten durend vuurgevecht drie mensen hadden gedood en zeven verwond.
Later werden twee familieleden van een invloedrijke soennitische geestelijke, Harith al-Dhari, in een ander deel van West-Bagdad doodgeschoten. Ook deze aanval werd door soennitische leiders aan het ministerie van Binnenlandse Zaken geweten. Het ministerie zei bij geen van beide aanslagen betrokken te zijn geweest. „Het ministerie en de minister houden er geen doodseskaders in het land op na”, zei een woordvoerder.
Bij ander verspreid geweld in Bagdad en ten zuiden daarvan kwamen zondag nog zeker vijf mensen om - twee politieagenten, een taxichauffeur en twee medewerkers van het elektriciteitsbedrijf. In een sjiitische wijk in het noorden van de hoofdstad werden ook weer twee met kogels doorzeefde en aan handen en voeten gebonden lichamen gevonden.